Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
8.3 Ideologie
Je kunt onderscheid maken tussen de ontwikkelingsvisie en de instrumentele visie.
Je kent de visies van de ideologieën op macht.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat heeft dat te maken met macht/ gezag en representatie?
Slide 3 - Diapositive
/besluiten
Slide 4 - Diapositive
Politieke participatie
Mensen/burgers doen mee aan de politiek.
Voorbeelden: mensen gaan stemmen, werken mee aan de verkiezingscampagne, sturen een mail naar een politicus of gaan protesteren, worden lid van een pressiegroep (bijv. Greenpeace).
Slide 5 - Diapositive
Visies op politieke participatie:
Hoe belangrijk is participatie?
Bij MAW onderscheiden we twee visies op politieke participatie:
1 ontwikkelingsvisie
2 instrumentele visie
Slide 6 - Diapositive
Ontwikkelingsvisie
Participatie is een doel. Mensen kunnen door politiek actief te zijn zichzelf ontwikkelen, ze leren ervan en krijgen meer zelfvertrouwen.
Slide 7 - Diapositive
Instrumentele visie
Politieke participatie van burgers niet wenselijk, alleen om de politieke voorkeur van mensen te weten
Participatie is een middel om besluiten te kunnen nemen. Inwoners stemmen.
Slide 8 - Diapositive
Bewoners van IJburg kunnen tijdens de inspraakavond over de plannen van Strandeiland hun mening geven.
A
Instrumentele visie
B
Ontwikkelingsvisie
Slide 9 - Quiz
Van welke visie is historicus Maarten van Rossem aanhanger (op basis van deze opmerking?)
A
Instrumentele visie
B
Ontwikkelingsvisie
Slide 10 - Quiz
Een politieke partij wil zoveel mogelijk jongeren betrekken bij het maken van wetten. Dit omdat het voor hen dan voelt als hun eigen besluit waardoor ze anderen erop aan durven te spreken.
A
Instrumentele visie
B
Ontwikkelingsvisie
Slide 11 - Quiz
Visies van ideologieën op macht/democratie
Socialisme/sociaaldemocratie:
Mensen moeten inspraak hebben en gelijke kansen om te participeren. Voor een referendum. (ontwikkelingsvisie)
Confessionalisme/christendemocratie:
Burgers stemmen. Volksvertegenwoordigers moeten rekening houden met kiezers. Tegen een referendum. (instrumentele visie)
Liberalisme:
Kracht van het individu. Mensen moeten participeren. Voor een referendum. (ontwikkelingsvisie)