0. instaptoets wwspelling en theorie tekstsoorten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

DE PLANNING VAN DEZE LES

 1.    Nulmeting (met de laptop, dus pak 'm er maar bij)

 2.   Theorie tekstsoorten

Lesdoelen:

Je kent de kenmerken van de vier tekstsoorten

Je kan een voorbeeld opnoemen van elk van de vier tekstsoorten

WAT WE NU GAAN DOEN

Een nulmeting maken, via LessonUp.

Niet voor een cijfer, wel voor jezelf (en voor mij) om te kijken wat je begrijpt en wat nog niet. 

Alle zinnen staan in de tegenwoordige tijd. 

'De scouting (organiseren) kampen en excursies'

1. organiseren
2. organiseert
3. organiseerden
4. organiseerde

Tijdens zo'n kamp (bivakkeren) je in de natuur

1. bivakkeer
2. bivakeer
3. bivakker
4. bivakeert

Vogels kijken en zeldzame planten determineren: voor elke interesse (bestaan) een activiteit

1. bestaan
2. besta
3. bestaat

Voor je het weet, (gebeuren) het dat je je inschrijft voor zo'n middag...

1. gebeurt
2. gebeurd

(vinden) jij het leuk om buiten te zijn?

1. vind
2. vindt

Dan (passen) scouting misschien wel bij jou

1. past
2. pasd

Je (beleven) er leuke middagen!

1. beleeft
2. beleefd
3. beleefde

EINDE INSTAPTOETS

THEORIE

Over tekstsoorten, de eerste bouwsteen van Taalblokken. 

TEKSTSOORTEN 1/4

1. de instructieve tekst

Wat zijn de kenmerken? 

• de schrijver legt iets uit
  
• stap-voor-stap
  
• met nummering van de stappen
• gebiedende wijs
• symbolen

Voorbeeld: 

TEKSTSOORTEN 2/4

2. de informatieve tekst - informatief

Wat zijn de kenmerken? 

• neutraal, geen mening!
• ter informatie
• meetbare feiten

Voorbeeld: 

TEKSTSOORTEN 3/4

3. de betogende tekst

Wat zijn de kenmerken? 

• niet neutraal, maar vooral een mening
• overtuigend
• hoe doet de schrijver dat? 
• hij geeft argumenten: ik vind dit, omdat ... (reden)

Voorbeeld: 

TEKSTSOORTEN 4/4

4. de verhalende tekst (amuserend)

Wat zijn de kenmerken? 

• verhaaltje, vaak voor de leuk
• er kunnen feiten in staan (het is echt gebeurd)
• er kunnen meningen in staan (is het wel echt gebeurd??)
• je wordt aan het denken gezet → wat zou jij doen? 

Voorbeeld

EINDE VAN DE LES