TL1 H2 les 5

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Welkom

hoofdstuk 2.2

boek op Blz. 71

vandaag

vorige les

quizz intro

samen lezen blz.72

theorie H2.2

zelfstandig werken

bot weetje

9 á 15 kg

Wervelkolom

kraakbeen tussen de wervels

dubbele S-vorm

groeischijf

nieuw bot groeit vanuit groeischijven

pijpbeenderen

kraakbeen

Lesdoelen

• Je kunt de verbindingen van botten benoemen en aangeven hoe bewegelijk ze zijn.

• je kunt de soorten gewrichten benoemen en beschrijven welke beweging laten maken
  

bewegen is gezond.

minder last van ouderdom ziektes door veel te bewegen.

je kan je beter concentreren

goed voor botten, spieren en gewrichten

Hoeveel botverbindingen heb je in je lichaam?

1. 106
2. 234
3. 360
4. 402

Wat is geen botverbinding?

1. Gewricht
2. Naadverbinding
3. Vergroeiing
4. Botbruggen

Wat is een gewricht?

1. de meest bewegelijke beenverbinding
2. onbeweeglijke bot verbinding
3. uitpuilende tussenwervel
4. gat in een wervel

Lesdoelen

• Je kunt de verbindingen van botten benoemen en aangeven hoe bewegelijk ze zijn.
• je kunt de onderdelen van een gewricht benoemen en beschrijven hoe een gewricht werkt.
• je kunt de soorten gewrichten benoemen en beschrijven welke beweging laten maken
  

bewegen is gezond.

minder last van ouderdom ziektes door veel te bewegen.

je kan je beter concentreren

goed voor botten, spieren en gewrichten

Samen lezen

hoofdstuk 2.2

blz. 72

Hoe zitten je botten aan elkaar?

• vergroeiing
• naadverbinding
• kraakbeen verbinding
• gewrichten

Soorten gewrichten

met gewrichten kan je verschillende bewegingen maken

iedereen mag even opstaan

waardoor zijn kinderen zo soepel

beencellen

groeien in ringen om bloedvat en zenuw heen.

midden van bot heet beenmerg maakt bloedcellen

Kalk

kalk in botten zorgt voor:

sterkte

hard

lijmstof

lijmstof in botten zorgt voor:

soepelheid

buigzaamheid

Aan het werk

Je mag in fluister toon overleggen.

Bij een vraag, lees eerst nog een keer de vraag door, 

vraag je buurman/vrouw en anders steek je je vinger op.

Bio: H2.2 Opdr. 1-7 en 11-13

Blz. 71-76

volgende les

huiswerk

Bio: H2.2 Opdr. 1-7 en 11-13

Blz. 71-76