Spieren

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Spieren.

Spieren

Welke soorten
spieren ken je?

Hoeveel spieren heb je ongeveer?

1. 500
2. 200
3. 400
4. 600

Spieren in je dunne darm zijn

1. Autonoom
2. Niet autonoom

De spieren in je dunne darm bestaan uit

1. Glad spierweefsel
2. Dwarsgestreept spierweefsel

De spieren in je halsslagader bestaan uit

1. Glad spierweefsel
2. Dwarsgestreept spierweefsel

Deze spieren raken snel vermoeid

1. Glad spierweefsel
2. Dwarsgestreept spierweefsel

Deze spieren reageren snel

1. Glad spierweefsel
2. Dwarsgestreept spierweefsel

Dwarsgestreept spierweefsel is

1. Autonoom
2. Niet autonoom

Wat is een antagonist?

1. een spier met een tegengestelde werking
2. een spier met dezelfde werking
3. allemaal pezen bij elkaar

Hoe noem je een hoge spierspanning?

1. Hypertonie
2. Hypertrofie
3. Hypotonie
4. Spieratrofie

Hypertrofie betekent:

1. Verbeteren coördinatie
2. Dikte groei van een spier(vezel)
3. (concentrisch) samentrekken van een spier
4. (excentrisch) bewegen van een spier

Welke spier is de strekker van de arm?

1. Driehoofdige armspier
2. opperarm-spaakbeenspier
3. tweehoofdige armspier

M. Biceps Brachi

M. Deltoideus

M. Obliquus Externus Abdominis

M. Triceps Brachii

M. Trapezius

M. Rectus Abdominis

M. Pectoralis Major

Pectoralis major

Biceps brachii

Rectus abdominis

Deltoideus

Achillespees

Quadriceps Femoris

Hamstrings