ph5 GS 9.1
1 / 23
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Koppel elke afbeelding aan een van de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
militarisme
modern imperialisme
nationalisme
bondgenoot-
schappen
Slide 2 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Leg uit waarom de industrieel revolutie een rol speelde bij het begrip van een totale oorlog?
Slide 3 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk begrip past bij de daad van Gavrilo Princip en de Zwarte hand?
Bij een directe oorzaak gaat het om de eerste reden waarom iets gebeurt. Bij een indirecte oorzaak gaat het niet om de eerste reden waarom iets gebeurt, maar juist om zaken die daarvoor gebeurd zijn.
Juiste antwoord
De aanslag was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was de directe oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
De aanslag was het gevolg van de Eerste Wereldoorlog
Slide 4 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Kettingreactie WO1
A
B
C
D
E
F
G
Duitsland verklaard Rusland de oorlog.
OH verklaart Servië de oorlog
Rusland roept op tot mobilisatie
Oostenrijk Hongarije verdenkt Servië van de moordaanslag.
Duitsland verklaard Frankrijk de oorlog
ENG verklaard Duitsland de oorlog
Duitsland valt het neutrale België aan.
Slide 5 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat zijn de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog?
Slide 6 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
De Eerste Wereldoorlog had twee bondgenootschappen: de geallieerden en de centralen.
Welk land hoorde bij welke kant?
Centralen
Geallieerden
Slide 7 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Amerika was vanwege zijn politieke isolationisme niet betrokken bij de situatie in Europa. Toch veranderde dit. Leg uit wanneer en waarom Amerika zich juist wel in de internationale politiek mengde.
Slide 8 - Question ouverte
https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/42/de-vs-mengt-zich-in-de-strijd-1917
Eerste Wereldoorlog
Imperialisme
Industrialisatie
Tweede Wereldoorlog
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat heeft het begrip veelvolkerenstaat te maken met nationalisme.
Slide 10 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
tekstboek pagina 168 opdracht 8.b
Slide 11 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
In May 1910, European royalty gathered in London for the funeral of King Edward VII. Among the mourners were nine reigning kings, who were photographed together in what very well may be the only photograph of nine reigning kings ever taken. Of the nine sovereigns pictured, four would be deposed and one assassinated. Within five years, Britain and Belgium would be at war with Germany and Bulgaria. Only five of the nine monarchies represented in the photo still exist today.
bron; www.alamy.com
De Volkenbond (ook wel Volkerenbond) was een supranationale vredesorganisatie die op 25 januari 1919 in Parijs werd opgericht. De Volkenbond was het resultaat van de geallieerde overwinning en een van de uitkomsten van het Verdrag van Versailles. De doelstelling van de Bond – het behoud van vrede op langere termijn – zou echter niet verwezenlijkt worden, omdat de Volkenbond enkele fundamentele zwakheden had.
Leg uit wat wat het verschil is tussen de Verenigde Naties nu en de Volkenbond toen.
Leg uit wat wat het verschil is tussen de Verenigde Naties nu en de Volkenbond toen.
Slide 14 - Question ouverte
Cet élément n'a pas d'instructions
1929
Slide 15 - Carte mentale
Cet élément n'a pas d'instructions
1918-1928
1929-1939
Slide 16 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
1919
1923
1924
1929
1933
Beurskrach
Hyperinflatie
Dawesplan
Verdrag van Versailles
Hitler is dictator
Slide 17 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Oorzaken beurskrach (1929)
Gevolgen beurskrach (1929)
Massale werkeloosheid
Wantrouwen in aandelenmarkt
Banken gaan failliet
Demonstraties nemen toe
Mensen kopen massaal luxegoederen
De Amerikaanse overheid bemoeid zich niet met de economie
Slide 18 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Opgaven 11.A tekstboek pagina 168
A
B
C
D
E
Faillissement van bedrijven
Beurskrach
Dalende koopkracht
Kopen op afbetaling
Werkeloosheid
Slide 19 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk woord weg opdracht 13.1 tekstboek pagina 168
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Rusland
Slide 20 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk woord weg opdracht 13.2 tekstboek pagina 168
A
Militarisme
B
nationalisme
C
isolationaisme
D
behoefte aan wraak
Slide 21 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welk woord weg opdracht 13.3 tekstboek pagina 168
A
overproductie
B
werkverschaffing
C
protectionisme
D
inkomensongelijkheid
Slide 22 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 23 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
