Herhaling hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 5 

Herhaling grammatica en spelling

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Noem een bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...

Een zwak werkwoord...

1. verandert niet van klank in de verleden tijd
2. verandert wel van klank in de verleden tijd

Is
LEZEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

Drie zwakke werkwoorden

1. fietsen, lopen, joggen
2. rennen, fietsen, zwemmen
3. zwemmen, fietsen, joggen
4. rennen, fietsen, joggen

Wat is een zwak werkwoord?

1. slapen
2. meten
3. durven
4. schieten

Is
SCHRIKKEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

wat is een zwak werkwoord

1. fietsen
2. vinden
3. gaan
4. kopen

Is
FIETSEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

Is
GEVEN
een zwak werkwoord?

1. ja
2. nee

Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De lelijke kast
2. De metalen kast
3. De grijze kast
4. De oude kast

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Zegt iets over de persoonsvorm
2. De, het, een
3. Hetzelfde als een voorzetsel
4. Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Een voorbeeld van een verwijswoord is

1. eerste
2. maar
3. hij
4. dat

Welke verwijswoorden?

1. Hij, hem, zijn
2. Zij/ze, haar
3. Zij/ze, hun

Hij, die, deze, zijn zijn verwijswoorden voor een

1. mannelijk de-woord meervoud
2. vrouwelijk de-woord enkelvoud
3. mannelijk de-woord enkelvoud
4. onzijdig het-woord enkelvoud

wat zijn verwijswoorden ?

1. de
2. deze
3. zij
4. dat