bas 4: cellen van organismen

Cellen  van Organismen
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Cellen  van Organismen

Slide 1 - Diapositive

noem 4 organen van een plant?

Slide 2 - Carte mentale

Doelen van deze les
  • Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
  • Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Opdrachten
Op de volgende 2 dia's staat een link naar biologie pagina.nl
Klik op de link van de volgende dia en bekijk de slides. Door op pauze te klikken kun je zelf het tempo bepalen.
Als je alles bekeken hebt ga je naar de volgende dia in lessonup en klik je op de volgende link.
Je maakt de oefening.
timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Slide 17 - Lien

Wat is kenmerkend voor een dierlijke cel?
A
Celwand
B
Geen celwand
C
Celmembraan
D
Geen celmembraan

Slide 18 - Quiz

Een voorbeeld van een lichaamscel is een levercel?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat bladeren een kleur hebben?
A
De zon
B
Plastiden
C
Temperatuur
D
Voedsel dat ze binnenkrijgen

Slide 20 - Quiz

Wat voor type cel is hiernaast weergeven?
A
Dierlijke cel
B
Bacterie cel
C
Schimmel cel
D
Planten cel

Slide 21 - Quiz

Wat zit er in de celkern ?
A
Moleculen
B
kernplasma
C
Plastiden
D
Streepjes

Slide 22 - Quiz

Welke plastiden zie je op de foto
A
kleurstofkorrels
B
bladgroenkorrels
C
zetmeelkorrels
D
rode korrels

Slide 23 - Quiz

Wat bevindt zich wel in een plantencel maar niet in een dierlijke cel
A
celmembraan, bladgroenkorrels en celwand
B
celmembraan, bladgroenkorrels en celkern
C
vacuole, bladgroenkorrels en celwand
D
vacuole, bladgroenkorrels en celmembraan

Slide 24 - Quiz

Geef een tip en een top

Slide 25 - Question ouverte

Huiswerk
lezen paragraaf 2.3 en  2.4
maken en nakijken 2.4 (let op andere volgorde)

Slide 26 - Diapositive