De Taaltoets-pabo haal je zo les 3

De Taaltoets-pabo haal je zo les 3
Spelling niet-werkwoorden
theorie en oefenen

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De Taaltoets-pabo haal je zo les 3
Spelling niet-werkwoorden
theorie en oefenen

Slide 1 - Diapositive

Ik heb het huiswerk gemaakt.
Doorlezen:
blz 58 t/m 61
blz 65 t/m 68
Maken + nakijken:
blz 98 t/m 102
blz 104 t/m 108

😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

horloge's of horloges?
Bij zelfstandige naamwoorden die in het meervoud een s krijgen, wordt die s aan het zelfstandig naamwoord geplakt. Tenzij de uitspraak daarvoor verandert. In dat geval schrijf je 's

Slide 3 - Diapositive

Wat is goed?
A
tantes
B
tante's

Slide 4 - Quiz

Wat is goed?
A
café's
B
cafés

Slide 5 - Quiz

Wat is goed?
A
programma's
B
programmas

Slide 6 - Quiz

Wat is goed?
A
paraplu's
B
paraplus

Slide 7 - Quiz

Wat is goed?
A
bureaus
B
bureau's

Slide 8 - Quiz

 zeën of zeeën?
Zelfstandige naamwoorden die eindigen op ee, krijgen in het meervoud ën.

zee - zeeën
ree - reeën
idee - ideeën

Slide 9 - Diapositive

melodiën of melodieën?
Let op op welke lettergreep de klemtoon ligt.
Ligt de klemtoon op ie dan komt er ën achter!

melodie - melodieën 
industrie - industrieën

Slide 10 - Diapositive

melodiën of melodieën?
Ligt de klemtoon niet op de laatste lettergreep? 
Dan krijgt het meervoud alleen een n en een trema 
op de laatste e

bacterie - bacteriën 
porie - poriën

Slide 11 - Diapositive

therapieën
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quiz

financiën
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quiz

alle of allen?
Allen wisten het antwoord.
Alle stonden op stal. 


Sommigen hadden een onvoldoende voor de toets.
Sommige moesten worden omgehakt. 

Sommige studenten hadden een onvoldoende.
Sommige bomen moesten worden omgehakt.
(Als deze woorden voor een zelfstandig naamwoord staan, komt er hoe dan ook geen n.

Slide 14 - Diapositive

Wat is goed?
A
Ik heb van allen studenten een antwoord gekregen.
B
Ik heb van alle studenten een antwoord gekregen.

Slide 15 - Quiz

Wat is goed?
A
Sommigen kwamen te laat in de les.
B
Sommige kwamen te laat in de les.

Slide 16 - Quiz

s' avonds of 's avonds?
Van het woord des worden vaak de eerste twee letters vervangen door een apostrof ( ') 

's Avonds laat ik altijd de hond uit.
Ik laat 's avonds altijd de hond uit. 

Slide 17 - Diapositive

jou of jouw?
Je schrijft jou als het niet voor een zelfstandig naamwoord staat.
Tip: vervang jou door u, hoor je geen w dan 
schrijf je ook geen w.

Is die tas van jou
Zal ik naar jou komen vandaag?

Slide 18 - Diapositive

jou of jouw?
Je schrijft jouw als het voor een zelfstandig naamwoord staat. 

Tip: als je jouw vervangt door uw, hoor je een w? In dat geval schrijf je ook een w

Is dat jouw tas? 
Laten we naar jouw huis gaan. 

Slide 19 - Diapositive

Wat is goed?
A
Beroemste
B
Beroemdste

Slide 20 - Quiz

Letters die je makkelijk vergeet!
Achter een bijvoeglijk naamwoord staat dat in de overtreffende trap staat, komt st(e)

beroemd + ste = beroemdste
vervelend + ste = vervelendste
bekend + ste  = bekendste

Slide 21 - Diapositive

Wat is goed?
A
kerstvakantie
B
Kerstvakantie

Slide 22 - Quiz

Wat is goed?
A
pasen
B
Pasen

Slide 23 - Quiz

Wat is goed?
A
Ik ben op 19 januari jarig.
B
Ik ben op 19 Januari jarig.

Slide 24 - Quiz


A
Ik woon in Noord-Brabant.
B
Ik woon in Noordbrabant
C
Ik woon in noord-brabant
D
Ik woon in noordbrabant.

Slide 25 - Quiz

Weetwoorden
Woorden die je uit je hoofd moet leren. Veel lezen helpt! 
abonnee
agressie
alleszins
aluminium
commissaris
etc


Slide 26 - Diapositive

Wat is goed?
A
verassing
B
verrassing

Slide 27 - Quiz

Wat is goed?
A
intervieuw
B
interview

Slide 28 - Quiz

Wat is goed?
A
hartstikke
B
hardstikke

Slide 29 - Quiz

Wat is goed?
A
stagiaire
B
stagiare

Slide 30 - Quiz

Schrijf op...

Slide 31 - Question ouverte

manoeuvreren

Slide 32 - Diapositive

Schrijf op..

Slide 33 - Question ouverte

liniaal

Slide 34 - Diapositive

Schrijf op..

Slide 35 - Question ouverte

portemonnee

Slide 36 - Diapositive

Huiswerk
Lezen 31 t/m 36
Maken bladzijde 81 t/m 87
Uitwerkingen kun je vinden op blz 128 t/m 141

Lezen voor de volgende les:
blz 44 en 45
+ bladzijde 52 en 53

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo