(1hv) H3 Bronnen: bevolkingskenmerken van Gambia paragraaf 3 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Planning:

• Introductie
  
• Uitleg paragraaf 3: bevolkingskenmerken van Gambia blz. 44/45 BB blz. 96/98/102
  
• maken opdracht 4 t/m 6 paragraaf 3 blz.: 47/48
  
• Nabespreken paragraaf 3

Aan het einde van de les kan/weet je:

• hoe je het bevolkingscijfer kan uitrekenen
• hoe een bevolking kan groeien en krimpen
• waarom mensen naar een land toe willen of juist weg willen gaan

hoe groot zijn gezinnen vroeger geweest?

aantekeningen

demografie

• wetenschapper die de bevolking bestudeert
• kijkt naar: leeftijd, geslacht, godsdienst, opleiding, herkomst, bevolkingsspreiding

bevolkingsconcentratie

bevolkingsconcentratie

een opeenhoping van mensen op een plek

bevolkingscijfer berkenen. manier 1

• absoluut aantal
• hoeveel mensen er in totaal bij zijn gekomen 
• gaat om hoeveelheden

bevolkingscijfer berkenen. manier 2

• relatief aantal
• gaat om promilages ‰
• voorbeeld:
• bevolking groeit 15‰ = per 1000 inwoners zijn er 15 bijgekomen

natuurlijke bevolkingsgroei

• alle geboortes - alle sterftes = de natuurlijke bevolkingsgroei

geboorte cijfer

• het gemiddelde aantal geboortes per 1000 inwoners in promilage ‰
• voorbeeld: 4‰ geboortes

sterfte cijfer

• het gemiddelde aantal sterfgevallen per 1000 inwoners in promilage ‰
• voorbeeld: 6‰ sterftes

geboorte overschot

• geboorteoverschot: er worden meer mensen geboren dan dat er sterven
• komt vaak voor in arme(re) landen

sterfte overschot

• er sterven meer mensen dan dat er geboren worden
• komt vaak voor in rijke, westerse landen

pull factoren

    Reden waarom mensen ergens naartoe willen

•     school
•     werk
•     huis
•     eten
•     veiligheid
•     klimaat

push factoren

    Reden dat mensen weg willen

•     Geen school
•     Geen eten
•     Geen huis
•     Natuurgeweld
•     Oorlog/geweld
•     discriminatie

zelfstandig werken

lezen paragraaf 3 bevolkingskenmerken van Gambia

maken opdracht 4 t/m 6 paragraaf 3 H3

gebruik hierbij:

• leerboek blz. 48/49. BB blz. 96/98/102
• werkboek blz. 55/56
  

stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken