5.1 Vrijheid en onvrijheid essener nieuwe methode

H5 
Vrijheid en onvrijheid
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

H5 
Vrijheid en onvrijheid

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij
een rechtsstaat?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een rechtsstaat?
  • Een land waarin de rechten en plichten van de burgers en 
      van de overheid zijn vastgesteld en worden nageleefd. 
  • Recht=  Geeft aan wat je mag doen of waar je recht op hebt. 
  • Plicht = bepaalt wat je moet doen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken van een rechtsstaat
- Democratie
- Grondwet
- Grondrechten
- Scheiding der machten ( onafhankelijke rechters)
- Rechtsbescherming/ Rechtsbescherming

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen
  • Je kunt het verschil aangeven tussen een autoritaire staat en dictatuur.
  • Je kunt uitleggen wat censuur is.
  • Je weet wat de grondwet inhoudt 
  •  Je kunt een voorbeeld geven van botsende grondrechten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgen dat mensen zich aan de wet houden
Beschermen tegen machtsmisbruik overheid
Rechtsbescherming
Rechtshandhaving
Bijvoorbeeld doordat politie verdachten opspoort
Bijvoorbeeld doordat ook de politie zich aan de wet moet houden als ze iemand arresteren

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk recht is GEEN
grondrecht van de mens?
De grondrechten.
De grondrechten.
A
Kiesrecht (politiek)
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vrijheid van godsdienst
D
Recht op auto

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een kenmerk van een rechtstaat?
A
1 iemand heeft de macht in een land
B
De burgers hebben grondrechten die in een grondwet staan.
C
De overheid en politie hoeft zich niet aan de regels te houden.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alcoholcontrole
Rechtsbescherming of rechtshandhaving?
A
Rechtsbescherming
B
Rechtshandhaving

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een grondwet is..
A
een boek waar alle wetten in staan
B
De belangrijkste wetten van een land
C
Wetten over het grondgebied van een land
D
Een wet over de grenzen van een land

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke situatie is een voorbeeld van botsende grondrechten?
A
Het recht op privacy tegenover de vrijheid van meningsuiting
B
Het recht op een woning tegenover het recht op sportbeoefening
C
Het recht op onderwijs tegenover het recht op vakantie
D
Het recht op belastingverlaging tegenover het recht op gezondheidszorg

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk recht is GEEN
grondrecht van de mens?
De grondrechten.
De grondrechten.
A
Kiesrecht (politiek)
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vrijheid van godsdienst
D
Recht op een baan

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn grondrechten?
A
Grondrechten zijn wetten voor iedereen.
B
Grondrechten zijn de rechten van burgers die staan vastgelegd in de grondwet.
C
Plichten voor alle Nederlanders.
D
Grondrechten zijn regels voor alle Nederlanders.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondrechten kunnen botsen, bij welke grondrechten komt dat vooral voor?
A
Vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling en persvrijheid
B
Recht op gelijke behandeling, persvrijheid en vrijheid van godsdienst
C
Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van godsdienst
D
Vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling en vrijheid van godsdienst

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun je een verschil noemen tussen een democratie en een dictatuur?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dictatuur/autocratie  
  • Alle macht in handen van één persoon of klein groepje
  • Religieuze dictatuur (Iran, Afghanistan)
  • Militaire dictaturen (Birma) 
  •  ( verschil: geweld)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken dictatuur
  • Geen machtenscheiding.
  • Geen grondrechten (vrije meningsuiting)
  • Geen vrije pers
  • Geen oppositiepartijen
  • grote politieke rol militaire
  • verkiezingsfraude ( Iran)
  • Snel en efficiënt 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAAR
NIET WAAR
Een dictatuur kan een rechtsstaat zijn.
In een dictatuur heb je geen politieke grondrechten.
In een dictatuur is er sprake van censuur.
In een dictatuur zijn er geen verkiezingen.
In een dictatuur is er een sterke oppositie.
In een dictatuur heeft de volksvertegenwoordiging de macht.

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Censuur is het tegenovergestelde van persvrijheid. Wat betekend censuur voor journalisten?
A
Dat journalisten betaald krijgen door de overheid.
B
Zij mogen niet met hun eigen naam schrijven.
C
De artikelen worden vooraf gecontroleerd door de overheid en niet alles mag gepubliceerd worden.
D
De artikelen mogen maar 1 lettertype geschreven worden.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rond 5.1 en 5.2 af 
Maak de opdracht van 5.1 en 5.2 digitaal : oefen met de begrippen
Ben je eerder klaar kun je alvast beginnen met het werkboek 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.3 Scheiding van machten
Trias Politica

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onze huidige grondwet is gebaseerd op de grondwet van
A
1815
B
1848
C
1919
D
1983

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondrechten kunnen botsen, bij welke grondrechten komt dat vooral voor?
A
Vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling en persvrijheid
B
Recht op gelijke behandeling, persvrijheid en vrijheid van godsdienst
C
Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en vrijheid van godsdienst
D
Vrijheid van meningsuiting, recht op gelijke behandeling en vrijheid van godsdienst

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Artikel 7 - Vrijheid van meningsuiting
Ieder heeft het recht om gedachten en gevoelens te uiten zonder voorafgaand verlof van de overheid. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Ik kan uitleggen wat een Grondwet is.

  • Ik kan uitleggen wat Nederlandse grondrechten zijn.

  • Ik kan vertellen welke Nederlandse grondrechten voor mij belangrijk zijn.

  • Ik kan vertellen hoe de Nederlandse grondrechten effect hebben op mij.
Sleep een vinkje naar wat je nu 
aan het einde van de les weet of kan:

Slide 32 - Question de remorquage

Reflecteer met de leerlingen terug op de les. Welke leerdoelen hebben zij voor zichzelf behaald?
Instructie
Je kunt uitleggen wat de trias politica is en welk doel deze heeft.
Je kunt de verschillende machten benoemen en toelichten. Leerdoel:


Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

                      Terugblik

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de grondbeginselen van een rechtsstaat?
wat hoort niet thuis bij een rechtsstaat?
scheiding van de machten
grondrechten zijn in de grondwet vastgelegd
legaliteitsbeginsel
om de overheid onbeperkte macht te geven over de burgers
je als burger het recht hebt om eigen rechter te spelen. 
de wederzijdse rechten en plichten van overheid en burger zijn vastgelegd in de wet
de overheid op elk moment een opgelegde straf kan verhogen  

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Scheiding der machten
Rechtsprekende macht
Wetgevende macht
Uitvoerende macht

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

check and balans 

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de Scheiding der Machten: Trias Politica
de rechtbanken
parlement
regering: premier + ministers

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
wetten maken
de regering

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratie
Dictatuur
Censuur
Oppositiepartijen
Verkiezingsfraude
Grondrechten

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip/afbeelding hoort bij democratie en welke bij dictatuur?
Democratie
Dictatuur
Leger heeft de macht.
Zelf kiezen welk geloof je hebt.

Slide 43 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland
Dictatuur
Democratie
Persvrijheid
Censuur
Volk beslist

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip/afbeelding hoort bij democratie en welke bij dictatuur?
Democratie
Dictatuur
één iemand heeft de macht.
Zelf kiezen welk geloof je hebt.

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
 Aan de slag met paragraaf  5.3 1 tm 6


timer
10:00

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions