26 november zinnen maken + omdat & als

• NT2
• MBO
• Studiejaar 3

26 november 21

Zoek de verschillen, inversie, zinnen maken en want & omdat

Inversie

Maak een zin

Maak een zin

Maak een zin

Inversie

omdat & als

Mohamed heeft het koud, omdat de verwarming kapot is. 

Fethawit heeft het koud, als het hard waait. 

Let op de plaats van het werkwoord:

wie/wat   werkwoord  rest

-----------------------------------------------------------

Ze              dragen           vandaag geen jas, omdat

wie/wat   rest                 werkwoord

------------------------------------------------------------

het             warm             is

Ze dragen vandaag geen jas, omdat het warm is.
Schrijf de werkwoorden op.

Simon gaat naar school, als hij 4 jaar is.
Schrijf de 'wie of wat' op.

Welk woord past in de zin?
Ik koop een pak koek voor haar, ........ ze dat lekker vindt.

1. want
2. omdat

Mijn dochter is 3 jaar. Ze gaat naar school, ........ ze 4 jaar is.

1. als
2. want
3. of
4. omdat

Hans ziet zijn zus niet zo vaak, omdat.... / woont / ze / in Engeland / .

Hij gaat naar haar toe, ..... hij / vakantie / heeft / als / .

Zijn zus haalt hem op, ...... komt / hij / als / met het vliegtuig / .

Maak zelf de zin af:
Zij gaat naar de dokter, omdat ........

Maak de zin af:
Wij bakken pannenkoeken, omdat .....

Maak de zin af:
Hij stuurt een kaartje, als ........

Let op de volgorde van de woorden:

hoofdzin + hoofdzin:

Felix is blij, want hij mag naar school.

hoofdzin + bijzin:

We gaan naar Turkije, als we vakantie hebben.