Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
PV-WWG-OND-LV
Grammatica
De persoonsvorm (PV)
Het werkwoordelijk gezegde (WWG)
Het onderwerp (OND)
Het lijdend voorwerp (LV)
Het meewerkend voorwerp (MV)
De bijwoordelijke bepaling (BWP)
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica
De persoonsvorm (PV)
Het werkwoordelijk gezegde (WWG)
Het onderwerp (OND)
Het lijdend voorwerp (LV)
Het meewerkend voorwerp (MV)
De bijwoordelijke bepaling (BWP)
Wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Slide 1 - Diapositive
Planning:
Uitleg
Zelf aan de slag met zinsontleding
Slide 2 - Diapositive
Persoonsvorm - PV
De persoonsvorm vind je door de zin in een andere tijd te zetten.
TT = tegenwoordige tijd (nu, in de toekomst)
VT = verleden tijd (gister, vorig jaar)
Het kind speelt buiten. / Het kind speelde buiten.
Persoonsvorm (PV)
Slide 3 - Diapositive
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden in de zin.
De
persoonsvorm
is onderdeel van het werkwoordelijk gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde zegt wat het onderwerp
‘doet’ of ‘overkomt’.
Let op: het woordje
te
voor een heel werkwoord hoort ook bij het werkwoordelijk gezegde!
Ik heb veel
te
doen. werkwoordelijk gezegde: heb te doen.
Soms kan de persoonsvorm van een werkwoord gesplitst in de zin voorkomen.
Ruimt op komt van het hele werkwoord opruimen. Ruimt en op horen bij elkaar en vormen samen één zinsdeel.
Werkwoordelijk gezegde (wwg)
Slide 4 - Diapositive
Wat is het WWG in de volgende zin:
We gaan de zinnen nu controleren.
A
we
B
gaan controleren
C
de zinnen
D
gaan
Slide 5 - Quiz
Onderwerp - OND
Stap 1: Zoek de persoonsvorm
Stap 2: Staan er nog meer werkwoorden in de zin?
Stap 3: Wie/wat + wwg = het onderwerp
Onderwerp (OND)
Slide 6 - Diapositive
Wat is het OND in de volgende zin:
Vandaag beginnen we met wiskunde.
A
vandaag
B
beginnen
C
we
Slide 7 - Quiz
Hoe vind je het OND in een zin?
A
maak de zin vragend
B
wie of wat + PV
C
wie of wat + wwg
Slide 8 - Quiz
Lijdend voorwerp - LV
Stap 1: Zoek de persoonsvorm.
Stap 2: Staan er nog meer werkwoorden in de zin?
Stap 3: Wat is het onderwerp van de zin?
Stap 4: Wie/wat + onderwerp + wwg + = het lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp (LV)
Slide 9 - Diapositive
Wat is het LV in de volgende zin:
Gisteren hebben we het hele boek uitgelezen.
A
gisteren
B
het hele boek
C
het boek
D
we
Slide 10 - Quiz
Meewerkend voorwerp
In zinnen met een lijdend voorwerp kan ook een meewerkend voorwerp staan.
Het meewerkend voorwerp geeft aan
aan of voor wie
iets is.
Meewerkend voorwerp (MV)
Slide 11 - Diapositive
Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die
meewerkt
met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp
ontvangt
iets.
Leon geeft een cadeau aan Emma.
Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.
Meewerkend voorwerp (MV)
Slide 12 - Diapositive
Meewerkend voorwerp met 'aan'
Een meewerkend voorwerp kan beginnen met 'aan' of 'voor', maar dat hoeft niet altijd.
Als 'aan' of 'voor'
niet
aan het meewerkend voorwerp voorafgaat, kan je het 'erbij denken' / het toegevoegen.
Meewerkend voorwerp (MV)
Slide 13 - Diapositive
Is dit een meewerkend voorwerp?
'We willen een cadeaubon kopen
voor de trainer
.'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 14 - Quiz
Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heeft de docent
jou
een voldoende gegeven?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
Slide 15 - Quiz
Geeft antwoord op de vraag:
Wanneer/Waar/Hoeveel/Hoe/Waarom/Waarheen/
Waardoor/Waarmee
We kijken verdere uitleg via een instructievideo.
De bijwoordelijke bepaling (BWP)
Slide 16 - Diapositive
Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord is een werkwoord waar 'zich'voor het hele werkwoord staat. Voorbeelden zijn: zich ergeren/zich vergissen/zich verloven.
We kijken verdere uitleg via een instructievideo.
Wederkerend voornaamwoord (wkvnw)
Slide 17 - Diapositive
Zelf aan de slag
Maak de opdrachten die zelfstandig in stilte.
We kijken de gemaakte opdrachten daarna klassikaal na.
timer
10:00
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
L17 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
Avril 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
PV-WWG-OND-LV
Novembre 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Zinsleer - herhaling
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling zinsontleding; wwg, ond, lv, mv, bwb - opdrachten h3a
Mars 2020
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Blok 2 Les 1 Grammatica
Novembre 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Zinsontleden (alles)
Octobre 2024
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica (wwg, ond, lv, mv, bwb)
Octobre 2021
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2