Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
2.1 Leven in een Griekse stadstaat
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt eigenschappen noemen van Griekse stadstaten
Je kunt uitleggen dat niet alle mensen in Griekenland burgerrechten hadden
Je kunt uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag.
Slide 2 - Diapositive
Stadstaten
ca. 700 verschillende stadstaten (poleis)
Athene en Sparta waren het grootst
Iedere polis had een eigen bestuur en maakte eigen wetten
In iedere polis spraken ze Grieks, vereerden ze dezelfde goden en bouwden ze op dezelfde manier tempels.
Slide 3 - Diapositive
Griekse samenleving
In de poleis bestond grote ongelijkheid tussen mensen
Burgerrecht bij de Grieken: Het lidmaatschap van een polis. Alleen volwassenvrijemannen die geen vreemdeling waren, hadden burgerrecht
Slide 4 - Diapositive
Sociale verschillen
Slaven : als slaaf had je geen rechten.
Ook ongelijkheid onder vrije mensen:mannen met burgerrecht stonden bovenaan. Dit waren vrije mannen die uit de stad zelf kwamen. Vreemdelingen hadden dus geen burgerrecht.
Vrouwen, vreemdelingen en slaven hadden geen burgerrechten.
Slide 5 - Diapositive
Aan de slag
Lezen: Lees paragraaf 2.1 goed door.
Maken: Maak opdracht 3 t/m 7 van paragraaf 2.1
Slide 6 - Diapositive
Het leven in een Griekse stadstaat (1)
De meeste mensen leefden van de landbouw (graan, druiven, olijven)
Grieken handelden ook veel --> ze verkochten aardewerk, wijn en olijfolie en kochten graan in.
De Grieken waren zeevaarders en hadden langs de kusten van de Middellandse Zee en de Zwarte Zee handelscontacten.
Slide 7 - Diapositive
Het leven in een Griekse stadstaat (2)
Er was een strikte taakverdeling tussen mannen en vrouwen.
De man was het hoofd van het gezin. De vrouwen stonden meestal onder toezicht van een man.
Arme vrouwen werkten vaak buitenshuis.
Er zijn bijna geen teksten van vrouwen bewaard gebleven..
Slide 8 - Diapositive
Even controleren!
Slide 9 - Diapositive
In de Griekse stadstaten leefden de meeste mensen van
A
Industrie
B
Landbouw
C
Jagen- verzamelen
Slide 10 - Quiz
Het Griekse woord polis betekent
A
politie
B
stadstaat
C
eiland
D
land
Slide 11 - Quiz
Wat is niet waar over een polis?
A
In iedere polis spraken ze Grieks
B
bouwden ze op dezelfde manier tempels.
C
vereerden ze dezelfde goden en
D
Was er één bestuur in heel Griekenland
Slide 12 - Quiz
Welke functie hoorde er bij een Griekse Agora?
A
Tempel
B
Markplein en bestuur
Slide 13 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt eigenschappen noemen van Griekse stadstaten
Je kunt uitleggen dat niet alle mensen in Griekenland burgerrechten hadden
Je kunt uitleggen hoe het leven in een Griekse stadstaat eruitzag.