BiV vragen en antwoorden Woord voor woord les 5-8

Woord voor woord 
Les 5-8

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woord voor woord 
Les 5-8

Slide 1 - Diapositive

Nazeggen

Slide 2 - Diapositive

Vraag en antwoord        WvW

Slide 3 - Diapositive

Uitvoeren van de opdracht/handeling

Slide 4 - Diapositive

Nazeggen:
1.Hoe heet jij?
2.Hoe gaat het?
3.Waar woon jij?
4.Waar is de supermarkt?
5.Uit welk land kom jij?
6.Wat is dat?
7. Ik kom uit Nederland
8.Mag ik naar het toilet?
9.Hoe laat is het?
10.Hoe laat begint de les?
11.Hoe laat begint de pauze?
12.Welke dag is het vandaag?
13.Welke dag is het morgen?
14.Welke dag was het gisteren?
15.Wat vind jij lekker?
16.Wat is de datum?
17. Wat is jouw geboortedatum?

Slide 5 - Diapositive

Nazeggen:
1.Wat is jouw telefoonnummer?
2.Wat is jouw adres?
3. Hoeveel potloden zijn dit?
4. Wat is jouw woonplaats?
5. Ik kan tellen.
6. Ik loop naar de deur.
7. Ik loop naar rechts.
8. Ik loop naar links.
9. Ik wijs naar het bord.
10.  Welk getal is dat?
11.  Draai naar rechts.
12. Draai naar links
13.  hetzelfde, niet hetzelfde
14.  Doe je armen naar boven.
15.  naar boven- naar beneden
16. Ik pak de telefoon.

Slide 6 - Diapositive

Nazeggen:
1. Ik doe het licht uit.
2. Is de computer uit?
3. Ik pak de koptelefoon.
4. Zet de koptelefoon op je hoofd.
5. De computer staat op tafel.
6. De pen ligt naast de computer
7.  Druk op de toets.

9. Ik typ een woord.
10. klik met de muis.
11.  We gaan oefenen met schrijven.
12. Ik zet een lijn op het bord.
13. Ik schrijf op de lijn.
14. Til je stoel op.
15.  Dit is een streep.
16. Ga naar boven- beneden.
17. De streep is kort.
18. Hoeveel thee drink jij?

Slide 7 - Diapositive

Nazeggen:
1. Ik zet een rondje op he bord.
2. Ik zet een lijn van links naar rechts.
3. De streep is schuin.
4. Zet een schuine streep.
5. Jullie staan samen op.
6. We gaan een oefening doen.
7.  Thuis ook oefenen.
8. Jij vraagt, jij antwoordt.
9. veel of weinig?
10. Ben je klaar?
11.  Dit is een klok.
12.  Dit is een wijzer.
13. 1 wijzer is klein, 1 wijzer is groot.
14. Hoe laat is het?
15. Geef geen antwoord, maar zeg na.
16. Ga tussen de tafel en stoel staan.

Slide 8 - Diapositive

Vragen en antwoord

1. Mag ik jouw potlood?
2. Wie kan tellen?
3.  Is de computer uit?
4. Sta ik voor de computer?
5. Hoe gaat het?
6.  Mag ik jouw koptelefoon.
7. Hoeveel keer klik ik?
8. Hoe laat is het?
9. hoe laat is de pauze?

Slide 9 - Diapositive

Vragen en antwoord

10. Wil je melk in je thee?
11. Drink jij veel koffie?
12. Waar is de computer?
13. Wat doe ik?
14. Waar is de pen?
15. Drink je thee in jouw huis?
16. Hoeveel thee drink jij?
17.  Wil je suiker in de thee?
18. Hoeveel  suiker?
19. Is dat veel of weinig?

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten/handeling uitvoeren
1. Tel tot 10.
2.  Tel van 10 tot 20
3. Loop naar rechts.
4. Loop naar het bord.
5. Loop naar links
6. Draai je om
7. Pak de computer uit de tas.
8. Doe het licht uit.

9. Wijs naar het papier.
10. Wijs naar de grond.
11. Wijs een toets aan.
12. Leg jouw tas op de tafel.
13. Zet een lijn op het bord.
14.Til jouw tas op.
15. Zet een rondje op het bord.
16. Zet een kruisje op het bord.
17. Zet drie kruisjes op het bord.

Slide 11 - Diapositive

Woord voor woord les 1-4
Ken je alle woorden?

Slide 12 - Diapositive

Zoek de woorden op.

Slide 13 - Diapositive