Écrire: introduction

Écrire: introduction
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Écrire: introduction

Slide 1 - Diapositive

Programme de ce cours
  • Le but de ces cours: waar werken we naartoe?
  • Regels voor schrijfvaardigheid: zelf doornemen + petit test
  •  Offre d'emploi: lire + demander des renseignements

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Annonce
  • Sollicitatiebrief schrijven
  • Hiervoor oefenen met:
  • Conventies (aanhef, afsluiting, opbouw, alles in de vous-vorm) 
  • Demander des renseignements: hoe vraag je om meer informatie?
  • Motivatie formuleren (waarom wil je de baan?)

  • Goed bijhouden: vertaling van oefenzinnen, oefenbrieven op tijd inleveren
  • GEEN VERTAALMACHINES 

Slide 4 - Diapositive

Regels voor schrijfvaardigheid
  •  Lis les règles à la page 27
  • On va faire un petit quiz après !
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Welke vertaling is goed?

"Wij gaan naar Parijs."
A
Nous allons Paris.
B
Nous allons au Paris.
C
Nous allons à Paris.
D
Nous allons en Paris.

Slide 6 - Quiz

Welke vertaling is goed?

Beste Maria,
A
Cher Maria
B
Chère Maria
C
Chers Maria
D
Chères Maria

Slide 7 - Quiz

Je reageert op "une offre d'emploi". Hoe verwijs je hiernaar?
A
cet offre d'emploi
B
cette offre d'emploi
C
ces offre d'emploi
D
ce offre d'emploi

Slide 8 - Quiz

Welke datum zou denk je goed zijn?
A
10 septembre
B
10 septembre 2024
C
septembre 2024
D
le 10 septembre 2024

Slide 9 - Quiz

Welke vertaling is goed?
"Ik ga eindexamen doen"
A
je vais faire des examens
B
je vais faire mon examen final
C
je vais passer mon bac
D
je vais faire mes examens

Slide 10 - Quiz

Welke vertaling is goed?
"Ik heb veel ervaring."
A
J'ai trop d'expérience.
B
J'ai trop expérience.
C
J'ai beaucoup d'expérience.
D
J'ai beaucoup expérience.

Slide 11 - Quiz

ESF cherche des moniteurs de ski
Lis le texte et fais:
ex. 4b, 4c, 6

Fini ? 
Lis p. 28, veel voorkomende zinnen in brieven

Slide 12 - Diapositive