Paragraaf 2.2 Part 2

Welcome back everybody!
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welcome back everybody!

Slide 1 - Diapositive

Clothing

Slide 2 - Carte mentale

Unit 2 SCOTLAND

Slide 3 - Diapositive

For today's lesson: 
  • Recap
  • Glasgow
  • Luisteropdracht
  •  Zelfstandig werken. 

Slide 4 - Diapositive

Goals
LEERDOELEN
- Je kunt getallen verstaan
- Je kunt bekende woorden verstaan
- Je kunt bepalen waar een luisterfragment over gaat
Grammar:  Lidwoorden: a / an
Words: Clothing


Slide 5 - Diapositive

Homework



Paragraaf 2,1 Opdracht 1 t/m 4
Paragraaf 2.2 Opdracht 1 en 3 t/m 6  

Klaar? --> Vragenlijst itslearning

Slide 6 - Diapositive

Articles
Lidwoorden

Wanneer je in het Nederlands de of het voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels the

Wanneer je in het Nederlands een voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels a of an

Slide 7 - Diapositive

Lidwoord a / an
 een ..........: a / an


een tafel - a table           een ei - an egg




 

Slide 8 - Diapositive

Lidwoord a/an
an gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker:

an ear            an investigation         an officer
an apple            an Englishman          an answer
 

Slide 9 - Diapositive

a of an?
..... dog
timer
0:20
A
a
B
an

Slide 10 - Quiz

a of an?
.... apple
timer
0:20
A
a
B
an

Slide 11 - Quiz

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.




 

Slide 12 - Diapositive

a of an?
.... hour
timer
0:20
A
a
B
an

Slide 13 - Quiz

Let op!
De keuze voor a of an hangt niet af van de (mede)klinker op papier, maar of je hemt hoort.

Soms schrijf je een -h maar hoor je hem niet -> dan gebruik je an.

Soms schrijf je een -u, maar hoor je een -j of -h -> dan gebruik je a.


 

Slide 14 - Diapositive

Voorbeelden
(je schrijft de medeklinker wel maar hoort hem niet)

an hour  (je hoort our) = een uur
an honor (je hoort onour) = de eer
a university (je hoort juniversity) = de universiteit
a uniform (je hoort juniform) = het uniform
a European (je hoort jeuropean) = de Europeaan

Slide 15 - Diapositive

Unit 2 Lesson 2
Maak Opdracht 2






 
timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

  • a.  a dress
  • b.  a bag
  • c. a university
  • d. a hair
  • e. an ugly dress
  • f. a mobile phone
  • g. an hour
  • h.  a cat
  • i. a user
  • j. an aeroplane
  • k. a calculator
  • l. a scarf
  • m. an apple
  • n. a pair of glasses
  • o. an umbrella
  • p. a hotel
Unit 2 Lesson 2 Opdracht 2

Slide 17 - Diapositive

Weet jij waar de volgende steden liggen?
London
Glasgow
Edinburgh

Slide 18 - Question de remorquage

Glasgow
  • Glasgow is Scotland’s largest city!
  •  600.000 people
  • There are trees in Glasgow older than the dinosaurs!

Slide 19 - Diapositive

Articles
lidwoorden

Slide 20 - Diapositive

In Glasgow: Opdracht 7 + 8

Slide 21 - Diapositive

Homework



Paragraaf 2.2 Opdracht 9 t/m 12

Klaar --> Itslearning vragenlijst

Slide 22 - Diapositive