V4 - Herhaling Vraag & aanbod H1 t/m H3

Toetsvoorbereiding 
Herhaling H1 
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Toetsvoorbereiding 
Herhaling H1 

Slide 1 - Diapositive

Toetsinformatie
  • Wanneer: donderdag 15 december
  • Waarover: H1 vraag en aanbod
  • Hulpmiddelen: gewone rekenmachine (GEEN grafische)

Slide 2 - Diapositive

H1: Markten
  • Verschil tussen abstracte en concrete markten
  • Voorbeelden van markten (goederen/dienstenmarkt, arbeidsmarkt, vermogensmarkt, valutamarkt)
  • Budgetonderzoek 
  • Omzet = prijs x afzet --> in indexcijfers: 
    indexcijfer omzet = (indexcijfer prijs x indexcijfers afzet)/100
Goede oefenopgaves:
- 1.3 en 1.7

Slide 3 - Diapositive

Abstracte markt
Concrete markt
Vragers en aanbieders komen direct met elkaar in contact
Vragers en aanbieders ontmoeten elkaar op bepaalde tijden
Er is geen plaats waar vragers een aanbieders elkaar ontmoeten.
Vlooienmarkt
Oliemarkt
Automarkt

Slide 4 - Question de remorquage

De economie in een land trekt aan. De kledingprijzen zijn gestegen met 3,2%. Het volume is gestegen met 4,8%. Met hoeveel procent is de omzet gestegen (één decimaal)?

Slide 5 - Question ouverte

Maar dan: breekt de coronacrisis uit: de omzet daalt drastisch (met 20%) de prijzen dalen met 14%, met hoeveel procent is het volume/de afzet gedaald?

Slide 6 - Question ouverte


  • Individuele vraagfunctie
  • Verschuiving van de vraaglijn en langs de vraaglijn
  • Van een individuele naar collectieve vraagfunctie

Slide 7 - Diapositive

H2: Vraag, op zoek naar een spijkerbroek

  • Prijselasticiteit van de vraag (Ev)

  • Inkomenselasticiteit (Ey of Ei)

  • Kruiselingse prijselasticiteit (Ek)

Slide 8 - Diapositive

Prijselasticiteit
Relatief inelastische vraag
Relatief elastische vraag
Volkomen inelastische vraag
Primaire goederen
Luxe goederen

Slide 9 - Question de remorquage

Kruiselingse-
prijselasticiteit
Complementaire goederen
Substitutiegoederen
Geen verband tussen goederen

Slide 10 - Question de remorquage

Inkomenselasticiteit
Luxe goederen
Inferieurie goederen
Indifferente goederen
Noodzakelijke goederen

Slide 11 - Question de remorquage

Gegeven is de volgende vraagfunctie:
Qv = -500P + 80.000. De prijs stijgt van 40 naar
44 euro. Bereken de prijselasticiteit:
timer
3:00

Slide 12 - Question ouverte

De vraag naar dit product is...
A
Elastisch
B
Inelastisch

Slide 13 - Quiz

Wanneer de prijselasticiteit -5 is en de prijs stijgt met 10%. Dan zal de omzet?
A
Stijgen
B
Dalen

Slide 14 - Quiz

H3: Productie van een spijkerbroek
Bedrijfskolom 
  • Specialisatie, parallellisatie, integratie, differentiatie
  • Transactiekosten
Goede oefenopgaves:
Opgave 2, 7, 9, 11, 18, 26, 30, 31, 32
Zelftest


Slide 15 - Diapositive

Integratie
Specialisatie
Parallelisatie
Differentiatie

Slide 16 - Question de remorquage

H3: Productie van een spijkerbroek
  • Variabele kosten, constante kosten, totale kosten, gemiddelde kosten (zie tabel aan het eind van het hoofdstuk!)
  • Progressief (GVK stijgt bij meer productie), degressief (GVK daalt bij meer productie), proportioneel
    variabele kosten (GVK blijft gelijk bij meer
    productie)

Slide 17 - Diapositive

Marco wil een bedrijfje beginnen.
Voordat hij start verzamelt hij alle gegevens, zodat hij met een break-even-analyse de risico’s kan inschatten:
De consumentenprijs van zijn product is € 24,78.
De inkoopprijs van dit product is € 8,50, De totale constante kosten schat hij op € 6.800, De overige variabele kosten per product schat hij op € 11
Van capaciteitsproblemen denkt hij geen last te hebben. Stel de TO functie op:

Slide 18 - Question ouverte

Marco wil een bedrijfje beginnen.
Voordat hij start verzamelt hij alle gegevens, zodat hij met een break-even-analyse de risico’s kan inschatten:
De consumentenprijs van zijn product is € 24,78.
De inkoopprijs van dit product is € 8,50, De totale constante kosten schat hij op € 6.800, De overige variabele kosten per product schat hij op € 11
Van capaciteitsproblemen denkt hij geen last te hebben. Stel de TK functie op:

Slide 19 - Question ouverte

H3: Productie van een spijkerbroek

  • Kostendekking (TO = TK), break-evenafzet, break-evenomzet
  • Maximale winst: marginale analyse
  • MO = MK
  • MVO: people, planet en profit

Slide 20 - Diapositive

Marco wil een bedrijfje beginnen.
Voordat hij start verzamelt hij alle gegevens, zodat hij met een break-even-analyse de risico’s kan inschatten:
De consumentenprijs van zijn product is € 24,78.
De inkoopprijs van dit product is € 8,50, De totale constante kosten schat hij op € 6.800, De overige variabele kosten per product schat hij op € 11
Van capaciteitsproblemen denkt hij geen last te hebben. Bij welke afzet draait hij break-even?

Slide 21 - Question ouverte

Neem de grafiek over en arceer de omzet wanneer er break-even wordt gedraaid

Slide 22 - Question ouverte

Bij welke afzet is de winst
maximaal?
A
Geel
B
Paars
C
Groen

Slide 23 - Quiz

Maximale winst arceren

Slide 24 - Diapositive

Maximale winst berekenen
1. Bepaal MO en bepaal MK (meestal gegeven)

MO = extra opbrengst als je 1 product meer verkoopt
te bepalen door de afgeleide van TO te nemen

MK = extra kosten als je 1 product meer verkoopt
te bepalen door de afgeleide van TK te nemen

Slide 25 - Diapositive

Gegeven: TO = 16q. Bepaal MO. Noteer je antwoord als MO = ...

Slide 26 - Question ouverte

Gegeven: TK = 0,5q^2 + 4q. Bepaal MK. Noteer je antwoord als MK = ...

Slide 27 - Question ouverte

Maximale winst berekenen
2. Stel MO en MK aan elkaar gelijk. Dan weet je bij welke afzet de winst maximaal is.

Slide 28 - Diapositive

Gegeven: MO = 16 en MK = q + 4. Bij welke afzet is de winst maximaal?

Slide 29 - Question ouverte

Gegeven is: TO = 16q en TK = 0,5q^2 + 4q. Winst is maximaal als q = 12. Hoeveel is de maximale winst?

Slide 30 - Question ouverte

Aan de slag
- Leren voor de toets, bijvoorbeeld door:

- de samenvattingen door te nemen + daarna te oefenen
- Lastige opgaves opnieuw te maken
- Oefentoets te maken (zie ook studiewijzer)

Slide 31 - Diapositive

Ik denk dat ik voor deze toets een .... ga halen
110

Slide 32 - Sondage