Taalvariatie en taalverandering

Taalvariatie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Taalvariatie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Je weet wat de Nederlandse taal en straattaal of dialect  met elkaar te maken hebben.
  • Je weet waarom straattaal of dialect gebruikt wordt.
  • Je vergroot je kennis over straattaal  en dialect.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Check
  • Wat is standaardtaal?
  • Wat is dialect?
  • Zijn dialecten en standaard Nederlands       volwaardig aan elkaar?

Slide 6 - Diapositive

Wat is standaardtaal?
Tekst

Slide 7 - Question ouverte

   Achtergrond 
Eenvoudig uitgelegd:
Dialect is een taal op zich: met een eigen woordenschat, klanken en grammatica.                 
Een dialect kan voor vooroordelen zorgen ('dom', maar gezellig) en kan minder kansen geven bij  bijv. sollicitaties. Een dialect kan soms lastig verstaanbaar zijn voor iemand die het dialect niet spreekt of kent.

Slide 8 - Diapositive

Wat zijn eigenschappen van een dialect?
A
Het wordt op school geleerd.
B
De spelling en grammatica zijn niet vastgelegd.
C
De woordbetekenissen zijn vastgelegd.
D
Maakt deel uit van het culturele erfgoed van een bepaalde regio.

Slide 9 - Quiz

Welke Nederlandse dialecten ken je al?

Slide 10 - Question ouverte

Weetjes over het Twentse dialect
  • Dialect van het Nedersaksisch.
  • Ongeveer 62% van de Twentse bevolking spreekt dagelijks Twents. 
  • In de bouw, de zorg en agrarische sector is het Twents de hoofdtaal. 
  • Er is niet één 'echte Twentse taal', meer veel verschillen per regio;  bijv. deerntje, maagie, wichie -> meisje.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is het verschil tussen een accent en een dialect?

Slide 13 - Question ouverte

Wat zegt jouw taalgebruik over jou?

Slide 14 - Question ouverte

Zijn dialecten en Standaardnederlands volwaardig aan elkaar?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal.     
  • Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten.
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort.
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels ->       heeft een hoog 'do it yourself' gehalte.
  • Boodschap hoeft niet letterlijk onder woorden                                                 gebracht te worden -> én toch is het verband/                                                       de relatie helder.

Slide 17 - Diapositive

Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal ook straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 18 - Quiz

Straattaal woorden

Slide 19 - Carte mentale

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 20 - Question ouverte