Nederlands telwoorden

1 / 11
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat voor telwoord is het rode woord?
Bram is de middelste broer van het gezin
A
Onbepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 2 - Quiz

Wat voor telwoord is het rode woord?
Isra is bij de turnwedstrijd eerste geworden
A
Onbepaald hoofdtelwoord
B
Bepaald hoofdtelwoord
C
Bepaald rangtelwoord
D
Onbepaald rangtelwoord

Slide 3 - Quiz

bepaald rangtelwoord
onbepaald rangtelwoord
onbepaald hoofdtelwoord
Bepaald hoofdtelwoord
In het beslag moet 1/4 liter melk in.
Sommige mensen vinden het leuk om te sporten.
De laatste die de finishlijn raakt is een ezel.
Ik ben als eerste klaar met mijn huiswerk.

Slide 4 - Question de remorquage

Welke zin heeft een onbepaald hoofdtelwoord erin?
A
Ik sta op de negentiende plaats van kahoot.
B
Weinig mensen houden van pompoenen.
C
In 2020 brak er een pandemie uit.

Slide 5 - Quiz

Wat is een hoofdtelwoord?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is een rangtelwoord

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin met een onbepaald rangtelwoord erin.

Slide 8 - Question ouverte

Maak een zin met een bepaald hoofdtelwoord erin.

Slide 9 - Question ouverte

Maak een zin met een bepaald rangtelwoord.

Slide 10 - Question ouverte

Maak een zin met een onbepaald hoofdtelwoord.

Slide 11 - Question ouverte