Telwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Telwoorden

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de blauwe brieven van de Belastingdienst......

1. de brieven
2. de blauwe brieven
3. van de belastingdienst
4. blauwe + van de belastingdienst

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...

1. is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
2. zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
3. zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
4. is altijd een zinsdeel.

Een bijvoeglijke bepaling is een

1. zin
2. zinsdeel
3. deel van een zinsdeel

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......

1. de post
2. post
3. van mijn oma
4. oma

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de gele vaas ......

1. de gele vaas
2. vaas
3. gele vaas
4. gele

Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeel

1. Juist
2. Niet juist

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barceque van de buren ......................

1. De barbecue
2. barbecue
3. van de buren
4. buren

Wat weten jullie al over telwoorden?

Lesdoel

Je kunt verschillende soorten telwoorden herkennen en toepassen bij de opdrachten. 

Telwoorden

Er zijn hoofdtelwoorden en rangtelwoorden.

Deze kun je onderverdelen in bepaalde hoofdtelwoorden en bepaalde rangtelwoorden. Deze telwoorden geven een exacte hoeveelheid aan. 

Hoofdtelwoorden

Hoofdtelwoorden kunnen verdeeld worden in onbepaalde en bepaalde hoofdtelwoorden.

Bepaalde hoofdtelwoorden geven een specifiek aantal of een bepaalde volgorde van iets aan, zoals één, twee, drie.

Onbepaalde hoofdtelwoorden worden gebruikt wanneer je niet naar een specifiek aantal verwijst, zoals sommige, minder, meer, veel. 

Rangtelwoorden

Ook rangtelwoorden kun je verdelen in bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden.

Bepaalde rangtelwoorden kun je herkennen aan dat ze eindigen op -de en 

-ste, zoals eerste, tweede. 

Onbepaalde rangtelwoorden geven geen exacte positie aan in een zin, zoals laatste, minste. 

Wat is in deze zin het telwoord?
'Het vierde paasei begint vaak al minder lekker te worden.'

1. Vierde
2. Vaak
3. Paasei
4. Minder

Wat is in deze zin het telwoord?
'Ik heb drie appels in de mand liggen.'

1. Appels
2. Drie
3. Derde

Wat is in deze zin het telwoord?
'We gaan volgende week naar het strand voor een vakantie.'

1. Gaan
2. Week
3. Volgende

Wat is in deze zin het telwoord?
'We hebben enkele problemen opgelost in de vergadering.'

1. Problemen
2. Enkele
3. Vergadering
4. We

Wat is in deze zin het telwoord?
'Er waren nog maar weinig stoelen over bij de voorstelling.'

1. Weinig
2. Maar
3. Waren
4. Over

Wat is hoeveelste voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat is miljoen voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat is weinig voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat is enkele voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat is duizendste voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat is drie voor een telwoord?

1. Bepaalde hoofdtelwoorden
2. Onbepaalde hoofdtelwoorden
3. Bepaalde rangtelwoorden
4. Onbepaalde rangtelwoorden

Wat heb je deze les geleerd?