Schrijven 3 Les 3 h2c

Wat weet je nog over 'toon'?
1 / 15
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog over 'toon'?

Slide 1 - Carte mentale

Wie kent de krant De Telegraaf?
Ja
Nee

Slide 2 - Sondage

Wat is de beste omschrijving van het lezerspubliek van De Telegraaf?
A
Mensen die graag nieuws lezen, maar ook sensationele teksten
B
Mensen die graag droog nieuws lezen
C
Mensen die graag sensationele teksten lezen

Slide 3 - Quiz

Een stukje tekst van De Telegraaf van 13 okt
Amsterdam - Tegen twee verdachte autohelers, die een Audi RS5 als vluchtauto zouden hebben geleverd voor de aanslag op De Telegraaf, is in hoger beroep drie maanden celstraf geëist. Samir A. en Abdul T. bleven woensdagmorgen weg bij hun zaak op het Amsterdamse gerechtshof.
  

In de vroege morgen van 26 juni 2018 - rond een uur of vier - werd een Volkswagen Caddy tot twee keer toe hard in de gevel van het Telegraafgebouw aan de Amsterdamse Basisweg geramd.

De auto, gevuld met brandbare stoffen, bleef wonderwel steken op de gevel. Bij het aansteken van de stoffen ontstond een ontploffing en een grote brand. Een deel van het gebouw raakte zwaar beschadigd. Niemand raakte gewond.

Slide 4 - Diapositive

Herschrijf de tekst van De Telegraaf
zodat het publiek bestaat uit
kinderen uit groep 8 (Tekst staat bij 'uitleg')
timer
4:00

Slide 5 - Question ouverte

Van toon naar tekstdoel
Als je een tekst schrijft, moet je toon passen bij het publiek van jouw tekst. Hier heb je mee geoefend. Je toon moet ook passen bij het doel van jouw tekst. Hier ga je nu mee aan de slag.

Slide 6 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht denk je?
A
Overtuigen
B
Instructies geven
C
Amuseren of ontroeren
D
Informeren

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

In Les 1, blz 67, las je de tekst van Sem. Zijn tekst heeft drie alinea's (tussen inleiding en slot). Elke alinea heeft een ander doel. Welk doel heeft alinea 1? Die alinea begint met 'Een paar tips...'
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 10 - Quiz

Welk doel heeft alinea 2 in de tekst van Sem? Die alinea begint met 'Cyberpesten is...'
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 11 - Quiz

Welk doel heeft alinea 3 in de tekst van Sem? Die alinea begint met 'Uit onderzoek blijkt...'
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren

Slide 12 - Quiz

Tekstdoel van de hele tekst
Een tekst kan meer dan één doel hebben. Om iemand te overtuigen, moet je soms eerst informatie geven. Om iemand te activeren, moet je hem eerst overtuigen. Als je moet bepalen welk doel een hele tekst heeft, kies je altijd het 'hoogste' doel. Een tekst die informatie geeft én iemand probeert te activeren, is een activerende tekst. 

Slide 13 - Diapositive

De verschillende alinea's in de tekst van Sem hebben verschillende doelen, maar de hele tekst heeft ook een doel. Welk doel is dat?

Slide 14 - Question ouverte

De volgende twee lessen ga je een tekst schrijven. Je mag kiezen uit de volgende drie onderwerpen. Welk onderwerp kies je?
Een overtuigende tekst over online privacy (goed of slecht?)
Een activerende tekst over jouw favoriete YouTube-kanaal, blog, Instagram-account of TikTok-account
Een informatieve tekst over online pesten

Slide 15 - Sondage