Engels vooraf, Thema 3, Hoofdstuk 1

Hobby's en Uitgaan
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hobby's en Uitgaan

Slide 1 - Diapositive

Welke sport of hobby doe jij?

Slide 2 - Question ouverte

Wat is de juiste zin?
A
This boy is playing football
B
He is shopping
C
He is not playing football

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste zin
A
Hobby
B
park
C
remember

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste zin?
A
shopping
B
I don't know
C
city

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Why is David sitting on the floor?
A
He is a little tired?
B
His dog jumped on him
C
He fell to the ground
D
He is lazy

Slide 7 - Quiz

Are you anjoying this beautiful Saterday?
A
I don't like weekends
B
I love weekends

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Vidéo

Why did Mike go skateboarding?
A
Hij vond het zelf een leuk idee
B
Hij heeft een zus die het ook deed.
C
Zijn broer heeft hem erin meegenomen.
D
Hij vond het geen goed idee.

Slide 10 - Quiz

I did't like it at first, but now I enjoy it.
Vertaal dit in het Nederlands.

Slide 11 - Question ouverte

How often does Mike go skateboarding?
A
Every day
B
Once a week
C
Three times a week
D
Two times a week

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Wat betekent 'cousins'?
A
broers
B
neven
C
neven en nichten
D
nichten

Slide 14 - Quiz

Or we play basketball in the backyards.
We have such a great time together.
What is: in the backyard?
A
speelveld
B
basketbalveld
C
voortuin
D
achtertuin

Slide 15 - Quiz

Or we play basketball in the backyards.
We have such a great time ...
Welk woord hoort op de ...?
A
Backyards
B
together
C
same
D
all

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo

Soccer is such a beautiful game.
Wat is dit voor soort sport?

Slide 18 - Question ouverte

Wat vindt hij van voetbal?
A
It's a nice sport
B
I love soccer
C
It's one of the best games in the world.
D
I don't like soccer.

Slide 19 - Quiz




Wat is een landscapes?
A
Weideland
B
landschappen
C
uitzichten
D
Schelpen op de grond

Slide 20 - Quiz

hiking?
A
kleine wandeling maken
B
Wandelen met stokken
C
een lange wandeling maken
D
fietsen

Slide 21 - Quiz