Hypertensie en angina pectoris

Cardiologie
Hypertensie
Angina pectoris
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Cardiologie
Hypertensie
Angina pectoris

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een normale bloeddruk is
A
80/120 RR
B
120/80 RR
C
100/80 RR
D
140/80 RR

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een systolische en dialstolische bloeddruk

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke factoren kunnen een hoge bloeddruk veroorzaken?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hypertensie
 leeftijd, overgewicht, stress, alcohol, roken, mannen, suikerziekte, aanleg, (medicatie)





Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem de 4 groepen antihypertensiva's

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij gebruik van diuretica gaat de bloeddruk omlaag omdat:
A
de hartslag omlaag gaat.
B
de vaten verwijden.
C
het lichaam meer vocht uitscheidt.
D
Het hart minder krachtig pompt.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe worden diuretica ook wel genoemd?
A
Bloedverdunners
B
Harttabletten
C
Plastabletten
D
Vaatverwijders

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bijwerking kunnen diuretica zoals hydrochloorthiazide en furosemide hebben?
A
Diarree
B
Hyperkaliëmie
C
Hypokaliëmie
D
Spierpijn

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bijwerking van diuretica is uitdroging door:
A
teveel natrium in het bloed
B
te weinig glucose in de urine
C
teveel eiwit in de urine
D
te weinig natrium in het bloed

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diuretica
Onderscheid in lisdiuretica en overige diuretica:

- Lisdiuretica: krachtige, snelle werking.
(furosemide, bumetanide)
- Overige diuretica: meer gelijkmatige werking.
(hydrochloorthiazide, chloortalidon)

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij gebruik van betablokkers gaat de bloeddruk omlaag omdat:
A
de hartslag omlaag gaat.
B
de vaten verwijden.
C
het lichaam meer vocht uitscheidt.
D
Het hart minder krachtig pompt.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bètablokkers
Bij de behandeling van hypertensie, angina pectoris en hartritmestoornissen.
 Verlaging van de hartfrequentie en invloed op de weerstand van het bloedvatstelsel
Metoprolol, bisoprolol, sotalol
Bijwerkingen: vermoeidheid koude handen/voeten, duizelig,  erectieproblemen. Kunnen bij astmapatiënten een aanval
uitlokken.

 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij gebruik van ACE remmers gaat de bloeddruk omlaag omdat:
A
de hartslag omlaag gaat.
B
de vaten verwijden.
C
het lichaam minder vocht uitscheidt.
D
Het hart minder krachtig pompt.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld van een ACE remmer?
A
enalapril
B
metoprolol
C
furosemide
D
acetylsalicylzuur

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bijwerking van de ACE remmers?
A
Benauwdheid
B
Snelle hartslag
C
Prikkel hoest
D
darmklachten

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

ACE remmers
Lisinopril, Perindopril, Enalapril

remmen RAAS systeem: vaatverwijding en (iets) meer plassen

kriebelhoest!


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Angiotensinereceptorblokkers
Lijkt op werking ACE-remmers, maar dan in veel mindere mate last van prikkelhoest als bijwerking.

Preparaten: 
losartan, valsartan, irbesartan, telmisartan, candesartan

Ezelsbruggetje: "-sartan"

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij gebruik van calciumantagonisten gaat de bloeddruk omlaag omdat:
A
de hartslag omlaag gaat.
B
de vaten verwijden.
C
het lichaam meer vocht uitscheidt.
D
Het hart minder krachtig pompt.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk geneesmiddel is een calciumantagonist?
A
Lanoxin
B
Amlodipine
C
Metoprolol
D
Furosemide

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

calciumantagonisten
Amlodipine, Nifedipine, Barnidipine

werkt calciumtransport tegen in hart en vaatspiercellen: 
kracht en snelheid neemt af, vaatverwijding.


Bijwerkingen: hoofdpijn, duizeligheid, enkeloedeem, rood gezicht



Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Furosemide is een
A
ARB
B
Betablokker
C
calciumantagonist
D
Diureticum

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kriebelhoest is een veel voorkomende bijwerking van:
A
ACE remmers
B
ARB's
C
betablokkers
D
Diuretica

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Spironolacton is een
A
kaliumsparendediureticum
B
cholesterolopnameremmer
C
betablokker
D
lisdiureticum

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lisinopril is een voorbeeld van een
A
ACE-remmer
B
Betablokker
C
Calciumantagonist
D
Diureticum

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke groep geneesmiddelen zorgt ervoor dat hart minder krachtig samentrekt?
A
ACE-remmer
B
Betablokker
C
Calciumantagonist
D
Diureticum

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de onderstaande middelen is een calciumantagonist?
A
Metoprolol
B
enalapril
C
furosemide
D
Amlodipine

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Angina pectoris

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf wat er gebeurt....

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Angina pectoris

Slide 35 - Diapositive

Angina pectoris =hartkramp, waarschuwing dat het hart tekort aan zuurstof krijgt.
Bij een hartinfarct=hartaanval raakt bloedvat van het hart plotseling geheel afgesloten.
Symptomen doen zich voor:
bij inspanning, bij kou, na vet eten, bij emoties.
Behandeling:
-Nitraten → ontspannen gladde spieren van bloedvaten
- Bèta-blokkers → zuurstofbehoefte van het hart is lager door lagere frequentie en bloeddruk
-Calciumantagonisten → trager en minder krachtige samentrekking 
Werkingsvoorkeurplek: - hart: diltiazem, verapamil. - vaten: nifedipine, amlodipine, lercanidipine

Angina pectoris
Angina pectoris betekent 'pijn op de borst'
Zowel angina pectoris als een hartinfarct zijn aandoeningen van de kransslagaders (de coronairen)

Daarom ook wel coronairlijden

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

medicatie bij angina pectoris
  • Nitraten
  • Bètablokkers
  • Calciumantagonisten

Zoek op wat het effect is van bovenstaande medicatie op het hart
timer
1:00

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nitraten
Werking: vaatverwijdend.
Preparaten: nitroglycerine, isosorbidedinitraat en isosorbidemononitraat.
Toediening: oraal, sublinguaal of transcutaan (pleister).

Bijwerkingen: hoofdpijn, rood gezicht, orthostatische hypotensie.

Belangrijk bij onderhoudspreparaten: nitraatvrije periode in de nacht i.v.m. gewenning!

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bètablokkers
Vertraging van de hartslag
Hierdoor mindere zuurstofbehoefte van het hart


Wat zijn de laatste letters van bètablokkers?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

calciumantagonisten
Werkt calciumtransport tegen in hart en vaatspiercellen:
kracht en snelheid neemt af, vaatverwijding.
Hierdoor heeft de hartspier minder zuurstof nodig.

Wat zijn ook al weer de laatste letters van calciumantagonisten?

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is angina pectoris?
A
Een hartritmestoornis
B
Een ontsteking van de hartspier
C
Een scheur in de aorta
D
Pijn op de borst door verminderde bloedtoevoer naar het hart

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er vaak voorgeschreven bij angina pectoris?
A
anti-aritmica
B
diuretica
C
nitraat
D
ACE-remmers

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de werking van nitraten?
A
Bloedvat vernauwende werking
B
Bloedvat verwijdende werking
C
Het hart gaat sneller pompen
D
Het hart gaat langzamer pompen

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er moet bij nitraten een nitraat vrije periode worden aangehouden omdat het anders leidt tot
A
gewenning
B
verslaving
C
beide antwoorden zijn juist
D
gewichtsverlies

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een veelvoorkomende bijwerking van nitraten?
A
Hoofdpijn
B
Gewichtstoename
C
Slapeloosheid
D
Duizeligheid

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

einde
Verwerk de vandaag besproken medicatie in je schema en maak opdracht 4

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions