Personal pronouns

Good afternoon!
What we are going to do today:
1. Uitleg over persoonlijke voornaamwoorden 
2. Oefenen 


1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolBasisschoolGroep 7,8Leerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Good afternoon!
What we are going to do today:
1. Uitleg over persoonlijke voornaamwoorden 
2. Oefenen 


Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van de les:
kennen/kunnen we:
- de persoonlijke voornaamwoorden in het Engels
- de persoonlijke voornaamwoorden gebruiken

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Diapositive

Persoonlijk voornaamwoord
Het is een kort woordje dat je kunt gebruiken in plaats van een persoon of personen

Die man in de zwarte jas loopt snel.
Hij loopt snel.
De kinderen uit de klas leren goed.
Zij leren goed.

Slide 5 - Diapositive

PERSONAL PRONOUNS

Persoonlijke voornaamwoorden zeggen iets over de persoon die iets doet.

She is very sweet.
They are always late.
I am tall.

Slide 6 - Diapositive

LET OP! HET ENGELSE WOORD 'I' SCHRIJF JE ALTIJD MET EEN HOOFDLETTER, OOK AL STAAT HET MIDDEN IN DE ZIN!
Dit zijn persoonlijke voornaam-
woorden die gaan over het ONDERWERP. Ze staan aan het begin van de zin.

Slide 7 - Diapositive

Let op!
In het Engels heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: you

you betekent: jij en jullie

Slide 8 - Diapositive

Let op!
In het Nederlands heb je twee keer het persoonlijk voornaamwoord: zij

zij betekent: 1 meisje of een groep
 Zij heeft een hond.
Zij hebben een hond.

Slide 9 - Diapositive


___ (Ik) am 12 years old.
A
You
B
He
C
They
D
I

Slide 10 - Quiz


___ (Hij) is late for school.
A
They
B
She
C
He
D
It

Slide 11 - Quiz


___ (Hij) is taller than me.
A
He
B
We
C
She
D
You

Slide 12 - Quiz

____ (We) are going to play football.
A
You
B
We
C
I
D
They

Slide 13 - Quiz

_____ (Zij) is eating ice cream.
A
She
B
They
C
He
D
We

Slide 14 - Quiz


_____ (Jij) are talking too much!
A
I
B
You
C
We
D
He

Slide 15 - Quiz


___ (Zij) are friends.
A
She
B
He
C
They
D
I

Slide 16 - Quiz

________ (Jullie) are the best group in this competition.
A
We
B
You
C
They
D
It

Slide 17 - Quiz

Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien