Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
- Lesdoelen doornemen (2')
- Vooruitblik (5')
- Instructie (5')
- Zelf aan de slag (20')
- Evaluatie (3')
- Gevaarlijke situatie of omgeving
- Onverwachte wending
- Open plek
- Vermoedens
- Cliffhanger
- Uitstel van het einde
- Informatievoorsprong
Je herkent de setting van een verhaal aan de tijd en ruimte waarin het verhaal zich afspeelt.
Tijd:
- Te herkennen aan de hand van jaartallen, figuren of voorwerpen
- Tijdloze verhalen
Ruimte:
- Een bepaalde plaats, stad, planeet etc., maar ook weer en geur
- Kan een bepaalde sfeer oproepen (bijv. spanning) of het verhaal verduidelijken
Naast verloop van tijd kun je een boek/verhaal bespreken door te kijken naar het begin en einde.
Begin:
- Proloog (verhaal vooraf)
- Inleidend begin
- Middenin de gebeurtenissen
Einde:
- Open einde
- Gesloten einde
- Epiloog (verhaal achteraf)