AA 1e mentorlessen A2C

             LEX KUMMER: l.kummer@vituscollege.nl

    Docent Nederlands en taalverwerving, mentor A2C, onderwijsassistent, le   Aanwezig: di/wo/do/vrij
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

             LEX KUMMER: l.kummer@vituscollege.nl

    Docent Nederlands en taalverwerving, mentor A2C, onderwijsassistent, le   Aanwezig: di/wo/do/vrij

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

KLASSENREGELS

1.TELEFOON IN TELEFOONTAS OF KLUIS

2)RUSTIG LOKAAL BINNENKOMEN EN GELIJK....:
*zitten(plattegrond) *jas uit/pet af *spullen op tafel (laptop dicht)

3)JE BENT STIL TIJDENS DE UITLEG

4)VINGER OPSTEKEN EN WACHTEN TOT JE DE BEURT KRIJGT

5)TIJDENS DE LES  regelmatig 10 MINUTEN STILTEWERKTIJD


 






Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MENTORLESSEN
1.informatie geven over schoolactiviteiten en agenda bespreken
2.Goede sfeer in de klas bewaken
3.Studievaardigheden
4.Computervaardigheden, een eerste aanzet
5.Individuele gesprekken

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AGENDA TOT HERFSTVAK
week 38: schoolfotograaf: ma 16/9 of di 17/9
*op alfabetische volgorde op voornaam op het podium / in studio 20
week 39: antipestweek
*dinsdag 24/9 ouderavond klas 1
*vrijdag 27/9 toneelvoorstelling 'Klappen voor Bart'

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

VANDAAG KIJK JE IN DE SPIEGEL
Zelfreflectie; kijken naar jezelf 
Wie ben je?
Wat zijn je sterke eigenschappen? Wat zijn je valkuilen?
Wat motiveert je? Wat zijn je doelen?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

FORMULIER MET VRAGEN INVULLEN
1.Neem het formulier door en vul de vragen serieus in
(voor sommige vragen moet je klasgenoten bevragen)
2.Lever het formulier in bij mij
(ik bewaar het in een mapje - lees het alleen met jouw toestemming)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

2e MENTORLES
1.Wat te doen bij een ontruimingsoefening?
2.studievaardigheden: 10 huiswerktips 
3.schoolfotograaf

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 1: Herhalen is belangrijk om iets te leren

Onthoud: vaak kort leren is beter dan in één keer lang leren.
Hoe werkt dat precies? Uit onderzoek is naar voren gekomen dat als je zes dagen achter elkaar leert en herhaalt, ken je de lesstof.
 1e dag:  15 minuten - 30% van de lesstof ken je
 2e dag:  11 minuten - je kent 45% van de lesstof
3e dag:  8 minuten - nu ken je 60% van de lesstof
4e dag:  6 minuten - je beheerst nu 77% van de lesstof 
5e dag:  4 minuten - 82% beheers je nu al
6e dag:  3 minuten - je kent nu 90% van de lesstof



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Tip 2:  Wissel maken en leren af


Het is verstandig om het maken van huiswerk af te wisselen met het leren van huiswerk. Zo heeft je brein even tijd om het geleerde netjes 'op te bergen' in je brein. 
Voor je aan je huiswerk begint, kijk je wat je precies moet maken en wat je moet  leren. 
Plan op dat moment waar je mee begint en de verdere volgorde. 
Onthoud: vaak kort leren is beter dan in één keer lang leren (zie tip 1!) 





Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 3: Houd regelmatig pauzes 

Je kunt je ongeveer 45 minuten concentreren op je huiswerk. Daarna heeft je brein even `rust` nodig om alles een plaats te geven in je geheugen, dus plan een korte pauze in (5-10 min).
DIT IS NIET OP JE TELEFOON OF EEN SPELLETJE OP DE LAPTOP!

Wat doe je wel in de pauze?
Pak wat te drinken.
Wandel een klein stukje met de hond. 
Luister naar muziek.




Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 4: Houd tijdig op met leren van een toets


Ga niet tot de laatste minuut door met leren! Je brein heeft namelijk tijd nodig om het geleerde netjes op te bergen. Pas dan kun je de informatie tijdens een toets weer terughalen.
Gebruik de herhalingsstrategie die is uitgelegd bij Tip 1. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 5: Leer niet twee dezelfde soort vakken achter elkaar


Als je start met het vak Duits, ga daarna dan niet met het vak Engels aan de slag. Het zijn allebei taalvakken. Er kan dan makkelijk verwarring ontstaan. Dus maak bijvoorbeeld je wiskunde opgaven na het vak Duits. En na wiskunde start je met Engels.

Zorg er voor dat je bij het maken van je huiswerk afwisseling aanbrengt bij het leren en maken van je huiswerk. 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 6: Begin met het moeilijkste

Als je start met het maken van je huiswerk, kijk dan welk vak je het moeilijkste vindt. Start met dit vak.
Waarom?
Het vak dat je lastig vindt, kost je meer energie dan het vak dat je makkelijker afgaat.
Als je start met je huiswerk ben je nog redelijk fris en kun je meer energie leveren om moeilijke zaken op te lossen of om te onthouden. Na enige tijd raakt je brein `vol` en kun je niet meer zo helder nadenken en problemen op lossen. Vandaar dat regelmatige pauzes ook belangrijk is. 




Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 7: Zorg voor voldoende nachtrust

Slapen is heel belangrijk, want dan krijgen de hersenen de rust en de tijd om orde te scheppen.
Tijdens je slaap:
Repareert het lichaam beschadigde cellen
Wordt alle binnengekomen informatie netjes op een rij gezet  
Alle spanningen die we overdag oplopen,  worden ’s nacht door middel van dromen opgeruimd. 
Let op: Hersenen ijlen nog een tijdje na tijdens de slaap. Dus alles wat je leert vlak voor het slapen gaan, onthoud je beter.
Onthoud: Acht uur slapen, zestien uur waken, mobiel uit!
 
Ga voor jezelf eens na of jij aan acht uur slaap komt. Breng verandering aan als je minder uren slaap krijgt. Je zult merken dat je effectiever leert en makkelijker de lesstof onthoudt. 








Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 8: Bewegen geeft een beter geheugen

Om het overzicht te houden over wat je doet is het belangrijk dat de beide hersenhelften goed samenwerken.
Beide hersenhelften verwerken informatie gelijktijdig maar op een verschillende manier.

De linkerhersenhelft verwerkt informatie voornamelijk op tijd en volgorde. We noemen dit simpel gezegd taaldenken. 

De rechterhersenhelft verwerkt informatie voornamelijk gelijktijdig. Een beelddenker verwerkt zijn informatie vanuit de rechterhersenhelft.  



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je regelmatig fietst, loopt en sport kun je de beide hersenhelften tegelijkertijd gebruiken tijdens het leerproces. Dit is handig want dan kun je tegelijkertijd praten en lopen, denken en rondkijken, maar ook schrijven en tegelijkertijd luisteren.

Brein Balans ontstaat door bewegen! 

Doe bijv. kruislooppassen tussen het leren en maken van huiswerk om de linker- en rechterhersenhelft te activeren.
Tik met de rechterhand de linkerknie aan terwijl je de linkerknie optilt.
Tik daarna met de linkerhand de rechterknie aan terwijl je rechterknie optilt.
 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 9: Begrijpen is beter dan stampen


Voor een beelddenker is het belangrijk dat hij inzicht heeft in de lesstof. Een beelddenker wil de lesstof begrijpen. Pas dan kan hij de lesstof leren en onthouden.
Als je de lesstof niet begrijpt, vraag dan bij je docent om uitleg. Begrijp je de lesstof dan nog niet, vraag dan of de docent het op een andere manier kan uitleggen.
Pas als je de lesstof begrijpt, kun je de lesstof leren! 


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 10: Gebruik zoveel mogelijk zintuigen

Maak gebruik van zoveel mogelijk zintuigen bij het leren. Benut minimaal drie leeringangen/zintuigen.
Als je leest, lees dan hardop. Op deze manier komt de lesstof ook via de oren (auditief) binnen. 
Maak een tekening (met verschillende kleuren) bij de lesstof. Hierbij benut de visueel-ruimtelijke leeringang, die bij een beelddenker goed ontwikkeld is.
Leer tijdens beweging van de kruislooppassen. 
Je zult merken dat je makkelijker leert met gebruik van meerdere leeringangen/zintuigen.



Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tip 1: Herhalen is belangrijk om iets te leren
 Tip 2: Wissel maken en leren af
Tip 3: Houd regelmatig pauzes
Tip 4: Houd tijdig op met leren van een toets
Tip 5: Leer niet twee dezelfde soort vakken achter elkaar
Tip 6: Begin met het moeilijkste
Tip 7: Zorg voor voldoende nachtrust
Tip 8: Bewegen geeft een beter geheugen
Tip 9: Begrijpen is beter dan stampen
Tip 10: 
Gebruik zoveel mogelijk zintuigen

Doe je voordeel met bovenstaande studietips! 



Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Week tegen het pesten
1. Verschillen en overeenkomsten - briefjes in de klas
2. Kijken naar haataccounts met korte nabespreking 
3. Overeenkomsten benoemen en complimenten geven
4. Spel: Wat is waar?
5. Alliteratiespel

Slide 25 - Diapositive

Identiteit, je kunt er niet omheen, iedereen is anders en heeft een eigen mening. Een les over identiteit kan een waardevolle bijdrage zijn voor zowel de docent, als de leerlingen. Maar hoe behandel je in de klas identiteit op een manier waarbij leerlingen niet meteen met hun ogen rollen of gapend over de tafel hangen? Als we het hebben over identiteit kom je snel op de beladen onderwerpen religie, afkomst en verschillen in normen en waarden. Dat zijn natuurlijk belangrijke onderwerpen maar wat zeggen die dingen nou eigenlijk over wie je dag in dag uit bent in de klas?
4e mentorles: WEEK TEGEN HET PESTEN
Iedereen is anders..

Niemand blijft achter!

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen is anders en heeft eigen unieke eigenschappen. Sta stil bij je eigen kwaliteiten en die van een ander.
Verschillen

Slide 27 - Diapositive

  • Lees de tekst op de slide voor. 

Verschillen
Iedereen is anders en dat is handig tijdens het samenwerken. Zo kun je gebruik maken van waar anderen goed in zijn en anderen helpen met waar jij goed in bent. 

Slide 28 - Diapositive

  • Lees de tekst op de slide voor. 
0

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Iedereen is anders... maar we lijken ook veel op elkaar!
Magister koppelt jullie een paar keer aan een klasgenoot. Loop naar elkaar toe.
Benoem een overeenkomst tussen jullie of geef elkaar een compliment.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar?
1. Groepjes van 5 (magister). 
2. Schrijf 3 beweringen op over jezelf die de klasgenoten niet weten (maar wel mogen weten). 2 beweringen zijn waar, 1 bewering is NIET waar.
3. Lees om beurten je beweringen voor en je groepsgenoten moeten raden wat de 'leugen' is.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alliteratiespel

De groep staat in een kring. De deelnemers bedenken een bijvoeglijk naamwoord dat ze voor hun naam kunnen plaatsen en wat met dezelfde letter begint als hun naam. Het bijvoeglijk naamwoord moet iets zeggen over de persoon zelf. Bijvoorbeeld: Beeldige Barbera, Lastige Leo, Sterke Cynthia. Geef eventueel 1 minuut (niet te lang) om de deelnemers te laten nadenken. Wanneer iemand moeite heeft om iets te bedenken, geef voorbeelden. Bij een stevige drukke groep kan je er ook voor kiezen om meteen te beginnen en de deelnemers juist niet te laten nadenken. Ze moeten dan gewoon het eerste wat in hen opkomt noemen. Vaak blijkt dit ook nog bij de persoon te kloppen. Op deze manier zegt iedereen in de kring één voor één luid en krachtig de naam. Zorg ervoor dat de groep niet te snel gaat. Laat elke naam even goed op je inwerken, coach de deelnemers dat ze er zich iets bij proberen voor te stellen.
ALLITERATIESPEL
De groep staat in een kring. De deelnemers bedenken (1 minuut) een bijvoeglijk naamwoord dat ze voor hun naam kunnen plaatsen en wat met dezelfde letter begint als hun naam. Het is extra leuk als het bijvoeglijk naamwoord iets zegt over de persoon zelf. Bijvoorbeeld: Beeldige Ben, Lastige Leo, Sterke Sam. 
Iedereen in de kring zegt vervolgens één voor één luid en krachtig de naam.  
Variaties: herhalen, met beweging, memoriespel

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motivatie 
filmpje mier
motivatie vragen

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Motivatie
a) Wat gebeurt er bij deze mier?
b)  Herken je wat er bij de mier gebeurt in je eigen leven?
c) Geloof jij dat je jouw motivatie kunt vergroten? Waarom wel of niet?





Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitstelgedrag
- Wat is uitstelgedrag en wat zijn redenen om uit te stellen (samen met de klas!)
- Met welke strategieën kun je uitstelgedrag aanpakken;
- kan je een concrete actie bepalen om met uitstelgedrag aan de slag te gaan!

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitstelgedrag
Wij kijken eerst naar een filmpje waarin uitgelegd wordt wat verschillende oplossingen voor uitstelgedrag zouden kunnen zijn.
Daarna vul je samen met je buur een werkblad in, waarbij je gaat bedenken welke strategie jij zou kiezen bij een aantal voorbeeldsituaties.
Maak daarna eens de koppeling naar je eigen situatie. In welke situatie zou jij minder uit willen stellen en welke strategieën zou je  hiervoor kunnen uitproberen?






Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale media
- Wat zijn voor jou de nadelen van Social Media?
- Wat zijn voor jou de voordelen van Social Media?
- Wanneer vind jij dat Social Media verkeerd gebruikt wordt?
- Wie vind jij dat er goed omgaat met Social Media en waarom vind je dat goed?
- Welke tip kan jij iemand anders geven om positief met Social Media om te gaan?

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

SINT DOBBELSPEL
1 = maak je cadeautje open
2 = steel een cadeautje van een ander
3 = iedereen geeft al zijn cadeautjes door naar links
4 = geef jouw cadeautje aan een ander
5 = iedereen geeft 1 cadeautje door naar rechts
6 = ruil jouw cadeautje met een ander cadeau

timer
0:48

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions