wk 10: les 4 - 22 Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp

Vrijdag 8 maart - 1HA
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: huiswerkopdrachten bespreken (opdr. 8, blz. 93)
  • Aan de slag!





timer
10:00
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vrijdag 8 maart - 1HA
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: huiswerkopdrachten bespreken (opdr. 8, blz. 93)
  • Aan de slag!





timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Deze les ga je leren...
...hoe je het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp kunt vinden. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Stap 6
Stap 7
Zoek de pv
Verdeel de zin in zinsdelen
Zoek het wwg
Zoek het onderwerp
Zoek het lv
Zoek het mv
Zoek de bwb

Slide 4 - Question de remorquage

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


1. Wij aten vroeger altijd om zes uur.
A
Wij aten / vroeger /altijd / om zes uur.
B
Wij / aten / vroeger / altijd / om zes uur.
C
Wij /aten /vroeger altijd om zes uur.
D
Wij /aten /vroeger altijd /om zes uur.

Slide 5 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Wij / aten / vroeger / altijd / om zes uur.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 6 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


2. Jij moet de planten niet verwaarlozen.
A
Jij moet / de planten/ niet verwaarlozen.
B
Jij /moet /de /planten /niet verwaarlozen.
C
Jij /moet/ de planten niet verwaarlozen.
D
Jij / moet / de planten / niet / verwaarlozen.

Slide 7 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Jij /moet /de planten /niet /verwaarlozen.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 8 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


3. Jullie krijgen volgende week een proefwerk.
A
Jullie /krijgen /volgende week een proefwerk.
B
Jullie/krijgen /volgende /week /een/ proefwerk.
C
Jullie /krijgen /volgende week /een proefwerk.
D
Jullie /krijgen /volgende week een/ proefwerk.

Slide 9 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Jullie /krijgen /volgende week /een proefwerk.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 10 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


 4. Langzaam reed de witte auto langs de stoeprand.
A
Langzaam /reed /de witte auto/ langs de stoeprand.
B
Langzaam reed /de /witte/ auto langs de stoeprand.
C
Langzaam /reed /de witte auto langs /de/ stoeprand.
D
Langzaam /reed /de witte auto langs de stoeprand.

Slide 11 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Langzaam /reed /de witte auto/ langs de stoeprand..
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 12 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


 5. Ik heb hem duidelijk de waarheid gezegd.
A
Ik/ heb /hem duidelijk de /waarheid gezegd.
B
Ik heb /hem /duidelijk /de waarheid gezegd.
C
Ik /heb /hem /duidelijk /de waarheid/gezegd.
D
Ik /heb/ hem /duidelijk de waarheid gezegd.

Slide 13 - Quiz

Benoem de zinsdelen: /Ik/ heb /hem /duidelijk/ de waarheid/ gezegd.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 14 - Question ouverte

Er volgen nu nog 5 zinnen die je gaat ontleden.
Nu worden de zinsdeelstrepen niet meer als hint gegeven.

Slide 15 - Diapositive

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


6. De prestaties van het hockeyteam bezorgen onze school een goede naam.
A
De prestaties van het hockeyteam/ bezorgen /onze school /een goede naam.
B
De prestaties van het hockeyteam /bezorgen/ onze /school /een goede /naam.
C
De prestaties van het hockeyteam/ bezorgen /onze school een /goede naam.
D
De prestaties /van het hockeyteam/ bezorgen /onze school /een goede naam.

Slide 16 - Quiz

Benoem de zinsdelen: De prestaties van het hockeyteam bezorgen onze school een goede naam.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 17 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


7. Ieder jaar organiseert de voetbalvereniging een geweldige feestavond.
A
Ieder jaar /organiseert /de/ voetbalvereniging /een /geweldige feestavond.
B
Ieder /jaar /organiseert de voetbalvereniging /een geweldige feestavond.
C
Ieder jaar /organiseert/ de voetbalvereniging een /geweldige feestavond.
D
Ieder jaar /organiseert/ de voetbalvereniging /een geweldige feestavond.

Slide 18 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Ieder jaar organiseert de voetbalvereniging een geweldige feestavond.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 19 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


8. Op die avond bieden de senioren de kinderen een feestprogramma aan.
A
Op die avond /bieden /de /senioren de kinderen /een /feestprogramma aan.
B
Op die avond /bieden /de senioren/ de kinderen /een feestprogramma /aan.
C
Op die avond /bieden /de senioren de kinderen /een feestprogramma aan.
D
Op die avond bieden /de senioren/ de kinderen /een feestprogramma/ aan.

Slide 20 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Op die avond bieden de senioren de kinderen een feestprogramma aan.
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 21 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


9. Geef mij mijn snoep terug!
A
Geef /mij /mijn /snoep /terug!
B
Geef mij /mijn /snoep terug!
C
Geef mij mijn/ snoep /terug!
D
Geef/ mij /mijn snoep /terug!

Slide 22 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Geef mij mijn snoep terug!
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 23 - Question ouverte

Waar is de zin goed verdeeld in zinsdelen?


10. Heb jij die tekening aan de muur gehangen?
A
Heb/ jij /die tekening /aan de muur/ gehangen?
B
/Heb /jij /die /tekening /aan de muur gehangen?
C
Heb/ jij /die tekening aan de muur/ gehangen?
D
Heb /jij /die tekening/ aan /de muur gehangen?

Slide 24 - Quiz

Benoem de zinsdelen: Heb jij die tekening aan de muur gehangen?
wwg =
ond =
lv =
mwv =
bwb =

Slide 25 - Question ouverte

Lesdoel behaald? Ik kan in een zin het wwg, ond, lv, mv en bwb juist benoemen.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Dit vind ik nog moeilijk..

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive