Gaswisseling en uitscheiding BS2: Longventilatie

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 2: Longventilatie

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 2: Longventilatie

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt

  • Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen

  • Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld

Slide 2 - Diapositive

Klaplong
Om longweefsel zit het longvlies. Deze ligt tegen het borstvlies aan.
Het borstvlies is vergroeid met de ribben en de tussenliggende spieren.



Als er lucht komt tussen het longvlies en het borstvlies is er sprake van een klaplong. De long ‘klapt’ in elkaar. Deze lucht kan met een drain worden verwijderd.

Slide 3 - Diapositive

Interpleurale ruimte

Een dun laagje vocht
       in een vacuum "ruimte"

     

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Gas diffundeert van een plek met een hoge concentratie, naar een lage concentratie.

Gas diffundeert van een plek met een hoge partiële gasdruk, naar een lage partiële gasdruk.
Hoge druk, veel deeltjes in een klein longblaasje
Lage druk, minder deeltjes in een groter longblaasje 

Slide 6 - Diapositive

Longventilatie
Longventilatie zijn de bewegingen die  nodig zijn om lucht van binnen naar buiten te krijgen en andersom.

Bij iedere inademhaling wordt het zuurstofgehalte verhoogt en bij iedere uitademing wordt het koolstofdioxidegehalte verlaagd.

Het koolstofgehalte in het bloed zorgt voor een ademprikkel in de hersenstam.

Slide 7 - Diapositive

Longoedeem 
Als gevolg van COVID19

Slide 8 - Diapositive

"Dode ruimte"
Dode ruimte: lucht die achterblijft in de luchtpijp en de neus- en mondholte. Hier kan geen gaswisseling plaatsvinden. 
(Normaal gesproken: 150mL)

Bij beschadiging van de longblaasjes is daar ook dode ruimte. 

Slide 9 - Diapositive

Borstademhaling
(ribademhaling)
Buikademhaling
(middenrifademhaling)

Slide 10 - Diapositive

Borstademhaling

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Buikademhaling

Slide 13 - Diapositive

Diep in- en uitademen
  • De spieren in de hals trekken zich samen bij een diepe inademing.
  • De ribben en het borstbeen gaan nog verder naar voren.
  • Bij een diepe uitademing (hoesten) trekken de binnenste tussenribspieren zich samen.

Slide 14 - Diapositive

Samenvattend in woorden
Er zijn twee manieren van ademhalen: 
borstademhaling en buikademhaling

Beide berusten op het feit dat de longinhoud vergroot wordt. Dit gebeurt door aanspannen van de buitenste tussenribspieren of aanspannen van het middenrif. Hierdoor ontstaat een onderdruk, waardoor lucht naar binnen gezogen wordt. 
Wet van Boyle: p*V= constant

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Regeling ademfrequentie

Het ademcentrum regelt de activiteit van de ademspieren. Hiervoor zitten er chemoreceptoren in de hersenstam, de wand van de aorta en de wand van de halsslagaders. Deze meten de pCO2

Als er weinig zuurstof in het bloed zit, neemt de gevoeligheid voor CO2 toe. Door sneller en krachtiger samen te trekken, kan de hoeveelheid geventileerde lucht wel 20x zo groot worden.

Slide 17 - Diapositive

Vervolg...

De rekreceptoren meten de mate van uitrekking. Via feedback wordt de inademing gestopt en ga je uitademen.


Bij hyperventilatie gaan personen te snel ademen, waardoor teveel CO2 uitgeademd wordt en het gehalte te laag wordt in het bloed.

Slide 18 - Diapositive

Ademprikkel
  • De chemoreceptoren (zintuigcellen) meten de pCO2 van het bloed.
Aanwezig in: aorta boog, hersenstam en halsslagader.


  • Het ademcentrum stuurt impulsen naar de tussenrib- en middenrifspieren
  • Je ademhaling (diepte/snelheid) wordt aangepast.




Slide 19 - Diapositive

Rekreceptoren
Rekreceptoren in de bronchiën meten de mate van rekking in de longen. Voldoende lucht in de longen bij inademen? Bij 
Afgeven van een impuls remt de inademing. 

Ademhaling stopt dus. 

Slide 20 - Diapositive

Chemoreceptoren
Rekreceptoren

Slide 21 - Diapositive

Ademvolume
Het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust. Bij de inademing zijn er wel spieren betrokken. De uitademing gaat onder invloed van de zwaartekracht.
Binas 83B

Slide 22 - Diapositive

Respirogram (1)
  • Ademvolume (V): het ademvolume is de hoeveelheid lucht die je uitademt in rust.

  • Vitale capaciteit (VC): de vitale capaciteit is de hoeveelheid lucht die je uitademt na een hele diepe inademing en een krachtige uitademing.

  • Restvolume (RV): zelfs na een hele diepe uitademing blijft er nog lucht achter in je longen. Deze achtergebleven hoeveelheid lucht noemen we het restvolume.

  • Longcapaciteit (TC): de longcapaciteit is de werkelijke inhoud van de longen. Deze bestaat uit de (te meten) vitale capaciteit en het restvolume van de longen.



V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 23 - Diapositive

Respirogram (2)
  • Inspiratoir reservevolume (IRV) = lucht die bij een diepe inademing extra wordt ingeademd
  • Expiratoir reservevolume (ERV) = lucht die bij een diepe uitademing extra wordt uitgeademd
  • Restvolume (RV) = lucht die na diepe uitademing achterblijft in de longen 


V = ademvolume
IRV = inspiratoir reservevolume
ERV = expiratoir reservevolume
RV = restvolume
VC = vitale capaciteit
TC = (Totale) Longcapaciteit

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien

Slide 26 - Lien

Leerdoelen

- Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt.
- Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen.
- Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Aan de slag
B2 opdr. 15 t/m 25
Zoek in Binas ademvolumes, samenstelling van gassen in lucht en bloed, regeling ademfrequentie, bestudeer ze en noteer de tabellen

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

B2: Longventilatie
Leerdoelen
Je kunt uitleggen op welke wijze longventilatie tot stand komt
Je kunt beschrijven hoe het longvolume verandert tijdens ventilatiebewegingen
Je kunt beschrijven hoe de ademfrequentie wordt geregeld

15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 




Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

Slide 36 - Lien

Ik heb de leerdoelen van basisstof 1 en 2 onder de knie
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Sondage

Wat vind je lastig/moeilijk?

Slide 38 - Question ouverte