Grammatica H2 25 januari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Grammatica

H2, 25 januari

Planning

1. nabespreken Bonuspuntenquiz HWW/ZWW/KWW

2. Uitleg samengestelde zinnen 

3. zelfstandig werken 

Lesdoelen

Je weet wat samengestelde zinnen zijn, en wat de rol van voegwoorden is.

Je hebt je vragen over de lesstof kunnen stellen, zodat je goed voorbereid bent voor je toets van volgende week.

Stellingen uit bonuspuntenquiz

1. Iedere zin bevat minstens één zww

2. Iedere zin bevat minstens 1 hww

3. Iedere zin bevat minstens 1 kww

4. Iedere zin bevat minstens 1 zww óf 1 kww 

5. Een zin met een kww kan geen hww bevatten 

6. Een zin met een zww kan geen hww bevatten

bouwplan zijns-zin

Onderwerp = eigenschap (kww + naamwoordelijk gezegde + evt hww)

Jan is jarig. (geen hww, alleen kww)

Jan zou morgen jarig zijn. (hww + kww)

 

De toestand in de VS werd ieder uur grimmiger.

De toestand in de VS (onderwerp)

werd grimmiger (NWG)

ieder uur (BWB)

bouwplan doe-zin

Onderwerp doet iets. (Zww / werkwoordelijk gezegde)

Jan loopt naar school. (geen hww, alleen zww)

Jan zou naar school toe lopen. (hww + zww)

voeg de zojuist uitgelegde theorie in je eigen woorden samen.

Samengestelde zinnen

Enkelvoudige/samengestelde zinnen

Een enkelvoudige zin heeft 1 persoonsvorm.

Een samengestelde zin heeft meer dan 1 persoonsvorm. Het zijn eigenlijk 'aan elkaar geplakte zinnen'

voegwoorden in samengestelde zinnen

voegwoorden voegen de verschillende zinnen samen. ze zijn de lijm tussen de 'samengeplakte zinnen'

Ik vind deze opdrachten best makkelijk want ik heb de theorie goed begrepen.

zin 1 / voegwoord / zin 2

De leerlingen stonden op, omdat de bel ging.

zin 1 / voegwoord / zin 2

Voegwoorden kunnen ook aan het begin van de zin staan: Omdat de bel ging, stonden de leerlingen op.

voegwoord / zin 1 / zin 2

zelfstandig werken

maken opdracht 10 en 11 grammatica 4 (blz. 174/175).

Evaluatie

Je weet wat samengestelde zinnen zijn, en wat de rol van voegwoorden is. 

Je hebt je vragen over de lesstof kunnen stellen, zodat je goed voorbereid bent voor je toets van volgende week.

Ik weet wat samengestelde zinnen zijn.

1. ja
2. nee

Deze vragen heb ik nog over de toets: