2tha1 Grammatica - zww, hww, kww in samengestelde zinnen

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
12:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
12:00

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg grammatica (c5) zww, kww en hww in samengestelde zinnen
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

TH Aan de slag: grammatica cursus 5
$11 Mixopdrachten (alleen online)

Klaar?
Oefenen in www.cambiumned.nl
werkwoordspelling/ woordsoorten

Slide 3 - Diapositive

Karim en Anne willen dagelijks een gezond ontbijt.

willen =
A
hww
B
kww
C
zww

Slide 4 - Quiz

De sieraden van deze jonge edelsmid zijn heel bijzonder.

zijn =
A
hww
B
kww
C
zww

Slide 5 - Quiz

hww, zww, kww
Hoe zat het ook alweer?

Slide 6 - Carte mentale

Grammatica (c5) Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
In zinnen staan werkwoorden. Er zijn drie soorten werkwoorden:

  • zelfstandig werkwoord (zww)
  • koppelwerkwoord (kww)
  • hulpwerkwoord (hww)

Slide 7 - Diapositive

 C5 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Zelfstandig werkwoord
  • een zin kan maar één zelfstandig werkwoord bevatten
  • als in een zin maar één werkwoord staat dan is dat werkwoord het zelfstandig werkwoord
  • als een zin meer werkwoorden bevat, staat het zelfstandig werkwoord vaak achter in de zin. 

In de zomer gaat Mae graag op vakantie.

Slide 8 - Diapositive

 C5 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Hulpwerkwoord
  • een zin meer werkwoorden bevat, dan bevat de zin naast een zelfstandig werkwoord ook één of meer hulpwerkwoorden. 

In de zomer wil Mae graag op vakantie gaan.

Slide 9 - Diapositive

 C5 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Koppelwerkwoord
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
  • een zin bevat een zelfstandig werkwoord óf een koppelwerkwoord. 
  • als er meer werkwoorden zijn, staat het koppelwerkwoord vaak achter in de zin. 

Een horrorfilm is erg spannend.
Een horrorfilm kan echt spannend zijn.

Slide 10 - Diapositive

Doel van deze les:
  • Ik kan zww, hww en kww herkennen in samengestelde zinnen.

Slide 11 - Diapositive

Wat waren ook alweer samengestelde zinnen?

Slide 12 - Carte mentale

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

Evelien werkt bij de bakker. 


Samengestelde zin: zin met meer dan 1 persoonsvorm

Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 

Slide 13 - Diapositive

zww, kww en hww in samengestelde zinnen

Je hebt geleerd hoe je in een enkelvoudige zin vaststelt of een werkwoord een zelfstandig werkwoord (zww), koppelwerkwoord (kww) of hulpwerkwoord (hww) is. Je kunt ook te maken krijgen met samengestelde zinnen waarin je de werkwoorden moet benoemen. 

Slide 14 - Diapositive

zww, kww en hww in samengestelde zinnen
Hoe pak je dit aan?
  1. Bepaal of je te maken hebt met een enkelvoudige of samengestelde zin. 
  2. Splits de samengestelde zin in enkelvoudige zinnen. 
  3. Stel in elke enkelvoudige zin vervolgens vast wat voor soort werkwoord erin staat (zww, kww en/of hww). 

Slide 15 - Diapositive

Veel mensen willen naar een warm land, omdat ze graag bruin worden in de zon.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 16 - Quiz

Splits onderstaande samengestelde zin in enkelvoudige zinnen. Noteer van elke zin het eerste en laatste woord.

Veel mensen willen naar een warm land, omdat ze graag bruin worden in de zon.

Slide 17 - Question ouverte

Benoem de werkwoorden

Veel mensen willen naar een warm land, omdat ze graag bruin worden in de zon.

Slide 18 - Question ouverte

Zodra de fotograaf alle familieleden op de foto had gezet, verliet hij het feest.
A
enkelvoudige zin
B
samengestelde zin

Slide 19 - Quiz

Splits onderstaande samengestelde zin in enkelvoudige zinnen. Noteer van elke zin het eerste en laatste woord.

Zodra de fotograaf alle familieleden op de foto had gezet, verliet hij het feest.

Slide 20 - Question ouverte

Benoem de werkwoorden

Zodra de fotograaf alle familieleden op de foto had gezet, verliet hij het feest.

Slide 21 - Question ouverte

Opdr 1 + 2
  • Splits elke samengestelde zin in enkelvoudige zinnen. Noteer het eerste en laatste woord. 
  • Benoem vervolgens de werkwoorden (zww, hww, kww).

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag!
Je maakt (ha+a): opdracht 1 t/m 3, blz. 228
Cursus 5 Grammatica, $12 Zww, kww en hww in samengestelde zinnen
(th) $11 Mixopdrachten (alleen online)
Klaar?
Oefenen in www.cambiumned.nl
werkwoordspelling/ woordsoorten

timer
20:00

Slide 23 - Diapositive

In Teams TD 2tha1 ne
*Bij algemeen/ posts staat een uitlegvideo over werkwoordspelling.

Slide 24 - Diapositive

Huiswerk
Donderdag 23 november:
ha+a: $12 zww, kww en hww in samengestelde zinnen
th: $11 Mixopdrachten



--> Dinsdag 28 november:
Toets spelling (c7) en grammatica (5)


Slide 25 - Diapositive