AV Periode 1 - PA3 H4 Les 2 F.Vargas 04-09-2023

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

¡Bienvenidos!

Sra. Vargas

LESSONUP klascode:

A4sptl1: kdkzs

A4sptl7: rzmlm

Meld je aan via de link in magister of via de klascode.

De link staat in magister bij jouw eerste les Spaans van dit schooljaar.

Objetivos (doelen)

1. Bespreken huiswerk (deberes/tareas)
2. Woordenschat oefenen (partes del cuerpo).
3. Persoonlijk voornaamwoorden herhalen.
4. Meewerkend voorwerp (gramática nueva).
5. Lezen over Cuba: algemene geschiedenis en cultuur.
6. Huiswerk (deberes/tareas)

¡A controlar los deberes!

Ejercicio 3a 

1 Dinsdagochtend om half negen. 

2 De lessen beginnen om negen uur. Maar Julia ligt nog steeds in bed. 

3 Wat is er met Julia?

 

Ejercicio 3b 

1 heeft pijn 

2 de dokter 

3 ze voelt zich te ziek 

4 school 

 

Ejercicio 3c 

1 Julia is erg moe en heeft pijn in haar armen, haar benen en haar rug. 

2 Ja. Tengo la frente muy caliente. 

3 Terwijl haar moeder naar haar school belt mag Julia in bed blijven. 

4 In klas 3 b 

5 ¡Que su hija se mejore!

¡A controlar los deberes!

Ejercicio 4a

instituto	partes del cuerpo	estado físico / cómo te sientes
curso	los brazos	cansada
el grupo	la frente	la fiebre
el conserje	las piernas	dolor
	la espalda
	la cabeza

Ejercicio 4b 

 

tú (A)                                             compañer@ (B) 

¿Qué te pasa?                              Me siento fatal. 

¿Qué te duele?                            Me duelen los brazos y las piernas. 

¿Tienes fiebre?                            Creo que sí.

Escucha

Libro de texto, Fuente B (p. 43)

Libro de ejercicios (WB) ej. 5-6 ( p. 8-10)

Fragment

Simón dice...

Los pronombres personales

(persoonlijk voornaamwoorden)

• yo
• tú
  
• él/ella
  
• nosotros
  
• vosotros
  
• ellos/ellas
  

Los pronombres personales del CI
Wat is het meewerkend voorwerp?

Objeto Indirecto = Meewerkend Voorwerp

- Uitleg bron D, p. 46

- Zie ook: frases clave E

Wat zijn in de frases clave de meewerkende voorwerpen?

Vul in de zinnen de juiste voornaamwoorden van het meewerkend voorwerp in

A nosotros ____ gusta la cena (nosotros).

____ quiero mucho (tú).

____ paso la pelota (vosotros).



____ doy una revista a Lourdes (ella).

El hombre ____ ha saludado (yo).

____ compro un juguete nuevo a los niños (ellos).

Respuestas = aantwoorden

A nosotros nos gusta la cena (nosotros).

Te quiero mucho (tú).

Os paso la pelota (vosotros).



Le doy una revista a Lourdes (ella).

El hombre me ha saludado (yo).

Les compro un juguete nuevo a los niños (ellos).

¡A trabajar!

7 minutos individual

Maken:

• Eventueel: Ejercicio 12, p. 16 WB ( = herhaling)
• Ejercicios 13abc-14ab, p. 16-18 WB.
  

Klaar? > Kijk voor extra uitleg Bron D of lees p. 91 onderdeel 5 tekstboek.

¡A leer!

• We gaan lezen en leren over Cuba.
• We hebben 5 teksten over Cuba (in Teams) en we gaan er twee lezen!
  
• Iedereen leest de eerste tekst (p.52+p.53) en beantwoord en español de vragen op p.53.
  
• Daarna kun je één van de andere teksten kiezen en de vragen over deze tekst beantwoorden. Elke tekst heeft twee bladzijden.
  
• Jullie mogen individueel of in tweetalen werken, maar iedereen schrijft de antwoorden op!
  
• Je maakt de teksten op het moment dat deze worden opgegeven in de les of als huiswerk.

• We gaan lezen en leren over Cuba.
  
• We hebben (in Teams) 5 teksten over Cuba en we gaan er twee lezen!
  
• Iedereen leest de eerste tekst (p.52+p.53) en beantwoord en español de vragen op p.53.
  
• Daarna kun je één van de andere teksten kiezen en de vragen over deze tekst beantwoorden. Elke tekst heeft twee bladzijden.
  
• Jullie mogen individueel of in tweetalen werken, maar iedereen schrijft de antwoorden op!
  
• Je maakt de teksten op het moment dat deze worden opgegeven in de les of als huiswerk.

¡A leer!

Los deberes / las tareas

Estudiar:

• Vocab. herhalen 4.1 (altijd in beide richtingen), p. 41.
• Gram. H4 bron D ‘meewerkend voorwerp' tekstboek p.46.

 

Hacer:

• Completar (afmaken) H4 oef. 6, 12, 13, 14ab .
• Completar texto Cuba (primer texto, 2 páginas).

¿Qué has aprendido hoy?