BSR 1bka Cursus Taal §2

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek op blz. 88-89.
  • Log alvast in op LessonUp.

§2 Taal uit de buurt
timer
1:30
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek op blz. 88-89.
  • Log alvast in op LessonUp.

§2 Taal uit de buurt
timer
1:30

Slide 1 - Diapositive

  • Je weet wat het woord streektaal (dialect) betekent.
  • Je kunt het verschil tussen een streektaal en het Standaardnederlands uitleggen.
Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

In deze les gaan we:
  • Terugblikken op de vorige les;
  • verder met Cursus 4: Taal, paragraaf 2 ;
  • in gesprek over de begrippen streektaal, dialect en Standaardnederlands.

Slide 3 - Diapositive

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wie kan kort vertellen waar we het
de vorige les over hebben gehad?

Slide 6 - Diapositive

Je moedertaal leer je op een natuurlijke manier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Het is onmogelijk om Fries en Nederlands als moedertaal te hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wanneer ben je tweetalig?
Leg uit in je eigen woorden!

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Wat?
Cursus 4, paragraaf 2: Taal uit de buurt
Maak opdracht 1 (blz. 88).
Hoe?
In tweetallen, overleg fluisterend.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
5 minuutjes.

Klaar?
Lees de vragen van opdracht 2, 3 en 4 alvast.
Je kunt hier ook alvast aan beginnen.
Opdracht 1
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

  • Een streektaal is een taal van een bepaalde streek of een bepaalde plaats, die anders is dan de Standaardtaal (het Nederlands).
  • Denk aan Fries, Vlaams, Limburgs.
Streektaal 
(dialect)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Vidéo

Ik vind het _____ dat steeds meer streektalen verdwijnen.
A
erg
B
niet erg
C
iets anders, namelijk:

Slide 15 - Quiz

De Friese taal is volgens de overheid een ________
A
dialect
B
moedertaal
C
rijkstaal
D
streektaal

Slide 16 - Quiz

Het 'Standaardnederlands' is het Nederlands dat als 'correct' taalgebruik wordt gezien. 
Een rijkstaal is een taal die door de overheid erkend wordt als een 'officiële taal'. 
Standaardnederlands

Slide 17 - Diapositive

Uitlegfilmpje! 

Slide 18 - Diapositive

Wat?
Cursus 4, paragraaf 2: Taal uit de buurt.
Rode boek: Maak opdracht 1, 2 en 3 (blz. 88-89).
Blauwe boek: Opdracht 1, 3 en 4 (blz. 88-89).
Dit is huiswerk voor de volgende les!
Hoe?
Alleen of in tweetallen, overleg fluisterend.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuutjes.
Klaar?
Maak een woordweb over cursus 4 Taal tot nu toe. Zet de belangrijkste begrippen erin!
Opdracht 2 en 3
timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

  • Je weet wat het woord streektaal (dialect) betekent.
  • Je kunt het verschil tussen een streektaal en het Standaardnederlands uitleggen.
Lesdoelen

Slide 21 - Diapositive

Waarom verdwijnen sommige streektalen?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen een streektaal (dialect) en een rijkstaal?

Slide 23 - Question ouverte

Noem een woord dat nog niet zo lang bestaat.

Slide 24 - Carte mentale

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 25 - Diapositive