Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Leesboek
Die heb je als het goed is bij je!
De lesstart met 10 minuten lezen in stilte!
Ben je het vergeten, dan volgt er een consequentie!
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
moedertaal, tweede taal, vreemde taal en boeken kiezen wat niet doorging.
Ik ken de begrippen streektaal/dialect en rijkstaal
streektaal/dialect en rijkstaal
Nederlands
Cursus 4 les 2
Maken BK opdr. 1, 2, en 3, KGT opdr 1, 2
Hebben we alle doelen behaald?
Neem je leesboek mee!
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Ik ken de begrippen streektaal/dialect en rijkstaal
Slide 3 - Diapositive
Vorige les
Moedertaal, tweede taal en vreemde taal.
Wie weet het verschil nog?
Slide 4 - Diapositive
Instructie
Streektaal/dialect
Wie kan een voorbeeld noemen van een streektaal of dialect?
Slide 5 - Diapositive
Dialect en accent
Een dialect is in principe een taal op zich: het heeft zijn eigen woordenschat, klanken en grammatica. Voorbeelden hiervan zijn het Fries, het Twents, het Zeeuws, het Brabants, etc.
Een accent is geen taal, maar een manier waarop je een taal uitspreekt: (standaard)Nederlands praten met een Twents accent of Twents spreken met een Nederlands accent.
Soms kun je aan het accent horen waar iemand vandaan komt.