Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
Slide 1 - Diapositive
Planning
* Welkom
* Uitleg
* Toets bespreken
* Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
Paragraaf 8.1 Het werkt
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen 8.1 [les 1]
- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een cel bestaat.
- Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen
- Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.
Slide 4 - Diapositive
Van klein naar groot
Slide 5 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde van klein naar groot van de volgende onderdelen. 1. cel 2. orgaan 3. weefsel 4. orgaanstelsel 5. organisme
A
5-4-2-3-1
B
1-2-4-3-5
C
5-3-2-4-1
D
1-3-2-4-5
Slide 6 - Quiz
biologiepagina.nl
Slide 7 - Lien
Noem de drie verschillende onderdelen van een dierlijke cel.
Slide 8 - Question ouverte
a. Noem 3 organen van het verteringsstelsel b. Noem 1 orgaan van het ademhalingsstelsel c. Noem 1 orgaan van het bloedvatenstelsel
Slide 9 - Question ouverte
Orgaanstelsels
Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel uitleg
Organen die samenwerken aan dezelfde grote taak vormen een orgaanstelsel.
Slide 10 - Diapositive
Glucose
De bron van onze energie
Glucose zit in onze voeding en is een koolhydraat
Door glucose af te breken in onze cellen ontstaat energie
Slide 11 - Diapositive
Heeft elke cel in ons lichaam glucose nodig?
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quiz
Verbranding van glucose
Door glucose te verbranden ontstaat energie
Dit gebeurt in alle cellen in je lichaam!
Alleen is in de ene cel meer energie nodig dan in de andere
Slide 13 - Diapositive
In welke soort cel is de meeste glucose nodig?
A
Kleine teen
B
Maag
C
Hersenen
D
Oog
Slide 14 - Quiz
Samenwerken
Hoe komen spieren aan energie ?
Verbranding:
Glucose + zuurstof =
energie + koolstofdioxide + water
Slide 15 - Diapositive
Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema.
Bloedvatenstelsel
Ademhalingstelsel
Verteringstelsel
Slide 16 - Question de remorquage
Orgaanstelsels die samenwerken
Om te bewegen
1) Verteringsstelsel haalt glucose uit je eten 2) Ademhalingsstelsel haalt zuurstof uit de lucht 3) Bloedvatenstelsel vervoert de zuurstof en glucose naar alle cellen toe 4) Spierstelsel gebruikt de zuurstof en glucose voor energie. Je kan bewegen
Slide 17 - Diapositive
Via welke verteringsorganen komt een spier aan glucose en zuurstof? Vul je antwoord als volgt in: a) glucose via je.... b) zuurstof via je.... c) glucose en zuurstof worden vervoert via je....
Slide 18 - Question ouverte
Afvalstoffen
Je ademt koolstofdioxide uit via je longen
Je verliest water door je adem via je longen
Je verliest water door je plas via je nieren en blaas