3 Sprachstadt 24-25

Wilkommen liebe Schüler! 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wilkommen liebe Schüler! 

Slide 1 - Diapositive

Programm dieser Stunde:

1. Wortschatzaufgabe
2. Lernstrategien
3. Laufendes Diktat
4. Aussprache Übung: MC Wettkampf
5. Wortschatz- und Sprechübung: natürlich reagieren
6. Ziele Checken


Ziele der Stunde:

Am Ende der Stunde: 
1. weiß ich wie ich am besten lernen kann.

2. habe ich gelernt wie ich natürlich reagiere in einem Gespräch

Slide 2 - Diapositive

Wortschatzaufgabe & Formativer Test
1. Lees het doel van Wortschatzaufgabe 1 op blz 15
2. Bekijk de zinnen op blz. 15/16. Kruis aan welke zinnen je echt goed kent. Hoeveel ken je er al? 
Klaar? Overhoor jezelf door de zinnen uit je hoofd op te schrijven in je schrift en check of je ze echt kent
3. Bespreek met je MC hoe je de zinnen het beste kunt leren. 



Slide 3 - Diapositive

Formativer Test: vertaal naar het Duits
1. Ik speel graag tafeltennis. 
2. Wat doe jij graag?
3. Ik vind fietsen leuk. 
4. Vind jij dat ook leuk?
5. Ik zou graag voetbal spelen.
6. Doe je mee?

Slide 4 - Diapositive

Leerstrategieën: Op welke manier leer jij het liefst? Komt deze ook overeen met jouw manier van leren?

Slide 5 - Sondage

🧠 AUFGABE LEERSTRATEGIEN 1: HOE WERKT JE GEHEUGEN?
Opdracht: Bekijk de twee plaatjes  van de Ebbinghaus Vergessenskurve (vergeetcurve) op blz 16. Dit laat zien hoe snel je iets vergeet als je niet oefent.
🔎 Wat zeggen deze twee plaatjes over hoe je het beste kunt leren?
1️ Denk er eerst 1 minuut in stilte over na.
2️ Bespreek je ideeën met je MC.
3️ Deel daarna jullie inzichten met de klas. 
⚠️ LET OP! Iedereen uit je MC moet straks de vraag kunnen beantwoorden. Zorg ervoor dat iedereen meepraat en het begrijpt!
💡 Klaar? : Bedenk een slimme manier om te onthouden wat je leert. Kun je een trucje of strategie bedenken? 🤔

Slide 6 - Diapositive

🧠 CONCLUSIE:WAT GA JE THUIS DOEN DE KOMENDE TIJD?

✅ Oefen elke dag 10 minuten door jezelf te overhoren.
💡 Waarom elke dag en kort? Zo onthoud je het veel beter en blijft het langer hangen!
🚀 Waarom nu beginnen?
Het lijken misschien nog maar een paar zinnen, maar elke week komen er nieuwe bij! Als je meteen begint en het volhoudt, wordt het veel makkelijker. Wacht je te lang? Dan moet je straks in één keer veel te veel leren... en dat werkt niet!
🔹 Slimme tip: Hang de zinnen ergens op waar je ze vaak ziet (bijv. bij je bureau of op de koelkast) en zeg ze hardop tegen jezelf. 💬 🎧

Slide 7 - Diapositive

Laufendes Diktat
1. De docent kiest 5 zinnen uit de woordenlijst en toont deze op zijn/haar laptop.
2. Werken in tweetallen:
o Loper: Rent naar het scherm, leest en onthoudt een zin.
o Schrijver: Schrijft de Nederlandse én Duitse zin op zoals de loper die doorgeeft.
3. Na een bepaalde tijd stoppen alle tweetallen met schrijven.
Ronde 2 controle:
o Ruil je blad met een ander tweetal.
o Elk correct geschreven woord = 1 punt.
o Let op! Een woord is alleen correct als:
✅ Het hele woord goed geschreven is (geen spelfouten).
✅ De juiste hoofdletters zijn gebruikt (bijv. Ich, Fußball).
✅ Zowel de Nederlandse als Duitse woorden correct zijn geschreven.
Wanneer fout? --> Als er 1 of meerdere letters in een woord fout zijn, krijgt het tweetal geen punt voor dat woord.
Winnen?  Tweetal met de meeste punten wint! Totaal kan je 85 punten verdienen.🎉

Slide 8 - Diapositive

KONTROLLIEREN: HOEVEEL WOORDEN CORRECT?
Een woord is alleen correct als:
✅ Het hele woord goed geschreven is (geen spelfouten).
✅ De juiste hoofdletters zijn gebruikt (bijv. Ich, Fußball).
✅ Zowel de Nederlandse als Duitse woorden correct zijn
geschreven.
Wanneer fout? --> Als er 1 of meerdere letters in een woord
fout zijn, krijgt het tweetal geen punt voor dat woord.
1. Hallo! Ik ben nieuw hier. Weet jij waar de speeltuin is?
➡️ Hallo! Ich bin neu hier. Weißt du, wo der Spielplatz ist?
Nederlands: 11 woorden
Duits:11 woorden
2. Ik speel graag voetbal. Wat doe jij graag?
➡️ Ich spiele gern Fußball. Was machst du gern?
Nederlands: 9 woorden
Duits: 8 woorden
3. Ik zou graag tafeltennis spelen. Doe je mee?
➡️ Ich würde gern Tischtennis spielen. Machst du mit?
Nederlands: 9 woorden
Duits: 8 woorden
4. Zullen we om kwart over twee afspreken?
➡️ Wollen wir uns um Viertel nach zwei treffen?
Nederlands: 8 woorden
Duits: 8 woorden

5. Laten we bij de receptie afspreken. Is dat ok?
➡️ Lass uns am Empfang treffen. Ist das okay?
Nederlands: 9 woorden
Duits: 8 woorden

Totaal aantal woorden:
Nederlands: 46 woorden
Duits: 43 woorden
Samen: 89 woorden = Totaal te verdienen 89 punten

Wir haben insgesamt ...  Punkte. 

Slide 9 - Diapositive

Aussprache-Übung: Seite 18/19
📢 Doel:
Je leert de juiste uitspraak van belangrijke Duitse woorden door ze fonetisch op te schrijven en uit te spreken in een wedstrijd.
________________________________________
AUFGABE 1: Schrijf de woorden fonetisch op
Schrijf de woorden zo op dat je kunt zien hoe je ze uitspreekt. Gebruik de uitleg onder de oefening als hulp.

Slide 10 - Diapositive

Gruppe 1
das Zelt
das Frühstück
die Familie
die Freizeit
die Geschwister
neu




Gruppe 2
würde
magst
das WLAN
geradeaus
der Spielplatz
die Familie






Gruppe 3
das Frühstück
magst
neu
die Geschwister
würde
das Zelt



Gruppe 4
geradeaus
die Freizeit
das WLAN
der Spielplatz
neu
magst




Gruppe 5
die Familie
das Zelt
geradeaus
das Frühstück
würde
das WLAN



Gruppe 6
die Geschwister
der Spielplatz
magst
die Freizeit
das WLAN
das Zelt




Wettbewerb: 
Wie viele Punkte
gewinnt dein MC?
Wort gut ausgesprochen = 1 Punkt

Slide 11 - Diapositive

Wortschatzaufgabe 4 Seite 22
📢 Doel:
Je leert hoe je vertelt hoe lang je op de camping blijft, of je broers of zussen hebt en met wie je op vakantie bent.
________________________________________
1. Opdracht: Invulzinnen
Vul de juiste woorden in om de zinnen compleet te maken. Gebruik de woorden uit de lijst hieronder.

Slide 12 - Diapositive

Sprechaufgabe 2 S.23
📢 Doel:
Speel een realistisch gesprek op de camping na voor de klas en reageer echt op wat je gesprekspartner zegt! Gebruik de reacties uit de woordenlijst om je gesprek levendiger te maken.
1. Voorbereiding
👥 Werk in tweetallen en kies wie rol A (de vragensteller) en rol B (de beantwoorder) speelt.
📜 Gebruik de vragen van pagina 22, maar improviseer je antwoorden!
✅ Luister goed naar je gesprekspartner.
✅ Reageer op de antwoorden! Zeg niet alleen "oké", maar gebruik verschillende reacties uit de woordenlijst.
✅ Gebruik gebaren en gezichtsuitdrukkingen om je reactie nog echter te maken!

Slide 13 - Diapositive

Hausaufgaben
1. Machen S. 1 t/m 22  (behalve 5 en 18) let op! blz 20 niet in de les gedaan)
2. Leer Wörterliste  Auf dem Campingplatz
Hoe? elke dag 10 minuten van Nederlands naar Duits (evt met Studygo) --> formatief toetsje in de les
3. Neem het projectboekje mee naar de les.


Slide 14 - Diapositive

Ziel erreicht?
Wie lernst du am besten? Wie machst du das?

Slide 15 - Question ouverte

Ziel erreicht?
Wie kann man für Sprechfertigkeit lernen? und was machst du?

Slide 16 - Question ouverte

Meme der Woche
Was machst du in deiner Freizeit?
In meiner Freizeit ...... 

Slide 17 - Diapositive