Week 47

Periode 2
- Presentatieopdracht (vervolg op de schrijfopdracht)
- Lezen uit een (volgend) leesboek
- Spelling H1 t/m 6 (toetsweek) 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Periode 2
- Presentatieopdracht (vervolg op de schrijfopdracht)
- Lezen uit een (volgend) leesboek
- Spelling H1 t/m 6 (toetsweek) 

Slide 1 - Diapositive

Programma van de week
- Spelling H3
- Lezen uit je leesboek 

Slide 2 - Diapositive

Doelen?
- Ik weet alles over de spelling van het voltooide deelwoord.
- Ik weet alles over hoofdletters.
- Ik kan de dicteewoorden spellen.

Slide 3 - Diapositive

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 1
Uitleg werkwoordspelling pvtt en vd

Wat is de eerste vraag die je gebruikt?
Wat is de beste manier om een pv te vinden?
In welke gevallen mag je het TaXiKFSCHP gebruiken? 
Wat kun je eigenlijk met dit ezelsbruggetje?

Slide 5 - Diapositive

De persoonsvorm (pv)
  • De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
  • Elke zin heeft minimaal één persoonsvorm.
  • Door de zin van tijd te veranderen kan je de persoonsvorm vinden. Het werkwoord dat is veranderd is de persoonsvorm. 



Slide 6 - Diapositive

Voltooid deelwoord
- Het voltooid deelwoord is een werkwoordsvorm.
- Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets is afgelopen 
   (voltooid).
- Het voltooid deelwoord is  niet de persoonsvorm. 
- In een zin met een voltooid deelwoord staat altijd een vorm 
   van hebben, worden of zijn.
- Het voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be- of ver-.

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld voltooid deelwoord - sterk werkwoord:
  • gelopen
  • geslapen
  • bedrogen
  • Voorbeeld voltooid deelwoord - zwak werkwoord:
  • gemaakt
  • gegooid
  • verhuisd
Voltooid deelwoord

Slide 8 - Diapositive

Trucje voor spelling vd
(gesmurft)
1. Schrijf alles op, behalve de laatste letter
2. Kijk naar het hele werkwoord en haal er en af. Bekijk de laatste letter.
3. Staat die wel in tkfschpx       > t                     niet > d
Voorbeeld: Hij heeft mij ... . (bedreigen)
bedreig
bedreigen-en = bedreig (g)
Hij heeft mij bedreigd.

Slide 9 - Diapositive

SPELLING: VD & TD
voltooid deelwoord (VD)
tegenwoordig deelwoord (TD)
bete-
kenis
De gebeurtenis is voltooid = afgerond.
De gebeurtenis is niet voltooid = nog steeds bezig.
vorm
ge + ik-vorm + t / d / en
  gekookt  / verslikt
  gehuppeld  / verbouwd
  gelopen  / vergeten
infinitief + d
   kokend van woede ....
   huppelend ging hij ...
   lopend aten ze ... 
lastig
eindigt op -t of -d?
niet, er is maar één vorm
ezels-brug
ezelsbruggetje:
1) langer maken
2) 'T KoFSCHiP X 
Bedenk dat het altijd betekent: terwijl ze kookte van woede ...
tewijl ze huppelde ...

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk
- Opdracht 3 t/m 6 uit Talent mk

Slide 11 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk

Slide 13 - Diapositive

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 14 - Diapositive

Doelen 2

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 2
- Herhalen pv en vd + bespreken opdracht 6
- Hoofdletters uitleg doornemen.

Slide 16 - Diapositive

Aan het werk
- Mk opdracht 7 t/m 10

Slide 17 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk

Slide 19 - Diapositive

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Doelen 3

Slide 21 - Diapositive

Huiswerk/Theorie 3

Slide 22 - Diapositive

Aan het werk

Slide 23 - Diapositive

Zelfstandig werken
- Individueel in stilte aan het werk (dus geen overleg, geen vragen, op je plek blijven zitten)

Slide 24 - Diapositive

Doelen behaald?

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk

Slide 26 - Diapositive