Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welkom
Economie || 2024-2025
Slide 1 - Diapositive
Programma
PTA
Praktische opdracht
Theorie
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Geschiedenis van een bedrijf
Slide 4 - Diapositive
Waarom richt iemand een bedrijf op?
Slide 5 - Question ouverte
www.cbs.nl
Slide 6 - Lien
Producten
Producten zijn goederen en diensten die je kunt kopen om in je behoeften te voorzien.
Slide 7 - Diapositive
Goederen
Goederen zijn tastbare producten, zoals eten, kleding, een fiets, etc.
Diensten
Diensten kunnen door iemand geleverd worden, denk aan het knippen van je haar, een taxirit naar huis, een vliegreis naar je vakantiebestemming.
Slide 8 - Diapositive
Sleep de afbeeldingen naar het juiste begrip.
Goederen
Diensten
Slide 9 - Question de remorquage
Productiesectoren
De economie verdelen we in 4 sectoren
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Zou jij een eigen bedrijf willen beginnen?
A
Ja
B
Nee
C
Weet ik nog niet
Slide 15 - Quiz
Zelfstandig ondernemer
Je kunt ook als zelfstandig ondernemer werken. Je verdient je inkomen met je eigen bedrijf.
Ongeveer 13% van alle werkenden zijn zelfstandigen.
Zij hebben een eigen onderneming.
De winst die ze daarmee behalen, is hun inkomen.
Een deel van deze ondernemers heeft personeel in dienst, de rest is zzp’er (zelfstandige zonder personeel)
Slide 16 - Diapositive
Ondernemingsvormen
De manier waarop bij een onderneming de rechten en plichten geregeld zijn:
wie is de eigenaar?
En hoever gaat zijn aansprakelijkheid voor schulden van de onderneming?
Slide 17 - Diapositive
www.cbs.nl
Slide 18 - Lien
Ondernemingsvormen
Als je zelfstandig ondernemer bent, moet je een ondernemingsvorm kiezen.
Veel voorkomende ondernemingsvormen zijn:
Eenmanszaak
Vof (vennootschap onder firma)
Bv (= besloten vennootschap)
Nv (= naamloze vennootschap)
Slide 19 - Diapositive
Eenmanszaak
Eenmanszaak = er is één eigenaar die zelf de leiding heeft. De eigenaar kan wel personeel in dienst hebben.
Slide 20 - Diapositive
Vennootschap onder Firma (VOF)
Vof (vennootschap onder firma) = er zijn twee of meer eigenaren (vennoten of firmanten) die samen de leiding hebben.
Slide 21 - Diapositive
Kom je in de schulden?
Als de eenmanszaak of VOF failliet gaat dan zijn de eigenaren aansprakelijk. Het kan dus zijn dat ze de schulden moeten betalen met hun privé vermogen (spaargeld).
Slide 22 - Diapositive
Inkomstenbelasting
Voor de eigenaars van een eenmanszaak en vof is de winst hun inkomen.
Daarover betalen zij inkomstenbelasting. Dat is een belasting die iedereen over zijn privé-inkomen moet betalen.
In een vof spreken de vennoten af hoe zij de winst verdelen.
Slide 23 - Diapositive
Aandelen
Als je een aandeel koopt koop je een stukje van een bedrijf. Je wordt dan mede-eigenaar.
De waarde kan omhoog en omlaag gaan.
Als mede-eigenaar mag je meebeslissen en je krijgt een stuk van de winst (dividend).
Als je aandelen bezit ben je een aandeelhouder.
Aandelen worden uitgegeven om te kunnen investeren.
Slide 24 - Diapositive
www.iex.nl
Slide 25 - Lien
BV en NV
Besloten vennootschap (BV)
Bij een besloten vennootschap worden er aandelen uitgegeven.
De aandelen van een BV mogen niet zomaar verhandeld worden.
Naamloze vennootschap (NV)
Bij een naamloze vennootschap worden er aandelen uitgegeven.
De aandelen van een NV worden verhandeld op de effectenbeurs. Iedereen kan een aandeel kopen.
Slide 26 - Diapositive
Samengevat
Als je zelfstandig ondernemer bent, moet je een ondernemingsvorm kiezen.