Spelling Th 5 les 14

Spelling les 14 a en 14b

14 a:
-jager-woorden en bakker-woorden

14 b:
-verleden tijd enkelvoud
-bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
SpellingBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spelling les 14 a en 14b

14 a:
-jager-woorden en bakker-woorden

14 b:
-verleden tijd enkelvoud
-bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Welk woord is fout gespeld?
A
commissie
B
kollonie
C
historie
D
heerschappij

Slide 2 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
probleematiek
B
commandant
C
effect
D
anoniem

Slide 3 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
terrorisme
B
defensie
C
document
D
abbonnement

Slide 4 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
moreel
B
formulering
C
comissaris
D
detail

Slide 5 - Quiz

Verleden tijd enkelvoud
ik-vorm + de
óf
ik-vorm + te

Slide 6 - Diapositive

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
beantwoorden?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
ontmoeten?

Slide 8 - Question ouverte

Schrijf op je wisbordje of je 
Schrijf op je wisbordje de verleden tijd enkelvoud van:

-vergroten
-verplichten
-verkleden
      
                  IK-VORM + DE / TE


Slide 9 - Diapositive

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
Je schrijft het zo makkelijk mogelijk!!!

Dus géén dubbele t of d als dat voor de uitspraak niet nodig is.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het bijvoeglijke gebruikt voltooid deelwoord van:
beantwoorden?
De .............. vraag

Slide 11 - Question ouverte


Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van: verwoesten?
De......................huizen.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf op je wisbordje of papier de
Schrijf op je wisbordje of een papier de antwoorden op volgende opdrachten:

1: bevrijden
v.t. ev                   a. Hij __________________ de kat.
bijv. gebr. v.d.    b. De ________________ kat was blij.

2. verlichten   
v.t. ev                   a. Ik  __________________ de donkere hal.
bijv. gebr. v.d.    b. De ________________ hal was erg mooi.

Slide 13 - Diapositive



Pak je werkboek op blz. 18 en 19.

Slide 14 - Diapositive