Geschiedenis van Friesland deel 1

De geschiedenis van Friesland.
Wat weet jij al?
1 / 11
suivant
Slide 1: Carte mentale
GeschiedenisBasisschoolGroep 5-8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De geschiedenis van Friesland.
Wat weet jij al?

Slide 1 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

De jager
De verzamelaar
De boer
Iemand die wilde dieren achterna zit om ze te vangen of doden
Iemand die eetbare dingen bij elkaar zocht in de natuur
Iemand die zijn eigen eten zaait en verbouwt

Slide 3 - Question de remorquage

Na afloop herhalen dat de jagers-verzamelaars samenleefden, en de boeren daarna kwamen.
Nu weten we al veel meer over de prehistorie. Dat komt omdat we verschillende dingen terug gevonden hebben met ______________. De persoon die deze dingen vindt en onderzoekt heet een _______________. Hij of zij graaft naar resten van vroeger en onderzoekt ze om erachter te komen hoe de mensen vroeger leefden. De plek waar hij deze vondst opgraaft heet een __________.
Opgravingen
Archeoloog
Bron

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

02:37
De komst van boeren en koeien

De geschiedenis van Fryslân begint met de komst van de  ............. . De eerste echte bewoners van Fryslân waren 
........... . Daarvoor, rond 11.000 voor Christus waren er ook al mensen in Fryslân, maar dat waren ........... , die een zwervend bestaan leidden. Rond 3400 voor Christus kwamen de eerste boeren met hun koeien en voerden de landbouw in. Het aardewerk van deze boeren, hun bekers hebben de vorm van een trechter. Deze eerste boeren hoorden bij de ...........................   
koe 
trechterbekercultuur
boeren 
jagers

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

04:31
Goede leefomstandigheden
De .................................................  duurde van ongeveer 3400 voor Christus tot en met 600 voor Christus. De leefomstandigheden waren hier aan de Noordzeekust goed. Hier waren grote................................ waar de koeien konden grazen. In de winter konden het vee en de mensen overwinteren op ...........................  in de zuidelijker gebieden van Fryslân. De trechterbekercultuur is een verzamelnaam van groepen mensen die familie van elkaar zijn. Ze woonden in Engeland, Nederland, Scandinavië tot aan de Oekraïne. Zij stamden af van de ................................    die ongeveer 40.000 jaar geleden van Afrika en Azië naar Europa trokken. 
Jagers en nomaden
trechterbekercultuur 
zandgronden
grasvlakten

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

05:40
De komst van de landbouw
Na de laatste ijstijd wordt het ook mogelijk om in Nederland te leven. In Europa wordt vooral ....................., maar in het Midden-Oosten is de ........................   uitgevonden. Er worden gewassen verbouwd, vee gemolken en handel gedreven. De landbouw wordt langzaamaan overgenomen in Europa. Fryslân is hier geschikt voor. De Noordzee is weer zee, maar er is nog geen .................................. . 
De kleigrond is er vruchtbaar en er zijn veel riviertjes met zoet water die naar zee stromen. De eerste boeren wonen vooral op de hogere stukken veen- en zandgrond, in ..................................   en de Wouden. 
Gaasterland
Waddenzee 
gejaagd
landbouw

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

09:31
Bewijzen van prehistorische boeren
Bij Bakkeveen is een ..........................  gevonden van deze eerste Friese boeren. Sommige grafheuvels zijn verdwenen. De oudste vondsten van deze boeren zijn gevonden bij Bornwerd, in de buurt van Dokkum. Hier is een ........................  gevonden van ongeveer 3000 voor Christus. Op andere plekken zijn veel voorwerpen uit de trechterbekercultuur gevonden. Deze vondsten vertellen veel over deze mensen. Ze werden ongeveer ............................. oud en .................... lang. Zij maakten hun hamers en bijlen van .....................  en hun manden, bekers, emmers en schalen van ........................... Het goed  begraven van de doden vonden ze erg belangrijk. 


akker
35-40 jaar
klei 
steen
grafheuvel
1.65 meter

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Het boerenland wordt steeds meer veen. Er komt een einde aan de trechterbekercultuur.
Op de klei bedenken de bewoners een andere manier om te wonen; terpen. Maar het begon allemaal met de komst van .........................
A
het paard
B
het schaap
C
de koe
D
de geit

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb jij deze les geleerd?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions