11.4 Je lijkt op

Terugblik hfst 11
11.1 Man en vrouw
Je hebt geleerd hoe voortplantingsorganen gebouwd zijn en hoe de menstruatiecyclus gaat.


11.2 Bevruchting
Je hebt geleerd hoe een zaadcel een eicel bevrucht en met welke voorbehoedsmiddelen je een zwangerschap voorkomt.


11.3 Zwangerschap
Je hebt geleerd hoe bij een zwangerschap het kindje groeit en hoe het wordt geboren.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Terugblik hfst 11
11.1 Man en vrouw
Je hebt geleerd hoe voortplantingsorganen gebouwd zijn en hoe de menstruatiecyclus gaat.


11.2 Bevruchting
Je hebt geleerd hoe een zaadcel een eicel bevrucht en met welke voorbehoedsmiddelen je een zwangerschap voorkomt.


11.3 Zwangerschap
Je hebt geleerd hoe bij een zwangerschap het kindje groeit en hoe het wordt geboren.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11.4 Leerdoelen, deel 1


  • Je kunt uitleggen wat chromosomen zijn.

  • Je kunt benoemen hoeveel chromosomen een menselijke cel bevat(46),
    en dat een eicel en zaadcel de helft daarvan bevatten(23).

  • Je kunt uitleggen hoe de chromosomen bepalen wat het geslacht is 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


WAT IS DIT?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Jouw bouwbeschrijving

- Staat 'beschreven' in       je chromosomen.

- Chromosomen bestaan uit DNA.

- Alle chromosomen samen noem je het genoom.




Slide 4 - Diapositive

Het genoom is als het ware de 'bouwbeschrijving' van je lichaam.
Waar bevinden zich chromosomen?
A
Celmembraan
B
Celkern
C
Cytoplasma
D
Vacuole

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Die bevruchte cel deelt zichzelf op. 

Als de cel zich deelt, deelt hij ook de chromosomen. 
In al jouw cellen zitten daardoor 46 chromosomen, waarin dezelfde bouwbeschrijving' staat. 

(Alleen de zaadcellen en eicellen dus niet.)



Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom lijk je dan op je ouders?

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je vader kreeg.

De helft van jouw 'bouwpakket' komt van de 
23 chromosomen die je van je moeder kreeg.




Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel chromosomen heeft een huidcel van een mens
A
47
B
23
C
46
D
45

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
C
Hersencellen
D
Hypofyse cellen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Jongen of meisje
Hier zie je een microscoopfoto 
van de chromosomen van een 
meisje en die van een jongen. 

Elk heeft 46 chromosomen. 

Die kun je in paren sorteren op lengte.





Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Jongen of meisje
Elk paar chromosomen is even lang;
 behalve het 23ste paar van een man.
Hij heeft een X- en een Y-chromosoom.


23ste paar chromosomen bij vrouw wél even lang.
Zij heeft twee X-chromosomen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alle eicellen hebben dus een x-chromosoom.

De helft van de zaadcellen hebben een X-chromosoom.
De helft van de zaadcellen hebben een Y-chromosoom.


Jongen of meisje

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De zaadcel van de vader bepaalt of de baby een jongen of een meisje wordt
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer een eicel(X) bevrucht wordt door een zaadcel(Y), ontstaat een een bevruchte cel met
een X- en een Y-chromosoom: (XY).

Tot welk geslacht zal deze bevruchte cel uitgroeien?
A
Een meisje
B
Een jongen
C
Dat is niet te zeggen
D
Dat is allebei mogelijk

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De spermacel van een stier bevat 30 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevat een uiercel van een koe?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk




Lesstof: paragraaf 11.4
Maken: 11.4 (* en pijltjes niet)


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions