H8 Straling - 8.2 Atomen: bron van radioactiviteit

H8 straling - atomen bron van radioactiviteit
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H8 straling - atomen bron van radioactiviteit
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Diapositive

Noem tenminste 3 vormen van elektromagnetische straling

Slide 2 - Question ouverte

Waarom is ioniserende straling gevaarlijk.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is dit?

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 8.2
4. Ik wat een atoom is en waar de kern van een atoom uit bestaat
5. Ik kan van atomen bepalen uit hoeveel protonen en neutronen de kern bestaat. En kan hierbij gebruik maken van massagetal en atoomnummer
6. Ik weet wat isotopen zijn.
7. Ik weet wat radioactiviteit is
8. Ik weet welke drie soorten ioniserende straling er zijn
9. Ik weet wat activiteit is en in welke eenheid je dit meet.

Slide 5 - Diapositive

Samenstelling van het atoom

Slide 6 - Diapositive

Het atoom (kern en schil)
Een atoom bestaat uit een kern en 
een schil.  In de kern vind je:
protonen (+ lading)
neutronen (neutraal)

In de schil van de atoom vind je:
elektronen (- lading)

Slide 7 - Diapositive

Het atoom (kern en schil)
Het atoomnummer van een atoom 
geeft het aantal protonen weer. 
Samen met de neutronen (N) geven
ze het massagetal , oftewel het aantal
kerndeeltjes.

Massagetal = Protonenen + Neutronen

Slide 8 - Diapositive

Koolstof:
Het atoomnummer van koolstof is 6

Aantal protonen  is gelijk aan het atoomnummer. 
koolstof bevat 6 protonen 

Aantal Elektronen is gelijk aantal protonen. 
Koolstof bevat 6 elektronen  

Aantal Neutronen: 
Neutronen = massagetal - protonen
Neutronen = 12 - 6 = 6
Koolstof bevat 6 Neutronen
Aantal deeltjes bepalen

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel protonen zitten
er in Kalium?
A
19
B
20
C
39
D
40

Slide 10 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft
Fluor?
A
9
B
18
C
19
D
10

Slide 11 - Quiz

Hoeveel
Neutronen?
A
12
B
24
C
24,31

Slide 12 - Quiz

Hoeveel protonen, neutronen en elektronen bevat het atoom stikstof

Slide 13 - Question ouverte

Een stof bevat 13 protonen. Hoeveel neutronen en elektronen heeft deze stof en wat is de naam van deze stof?

Slide 14 - Question ouverte

Massagetal
Atoomnummer: aantal protonen
Massagetal: protonen+neutronen

Voorbeeld 
Atoomnummer Helium: 2
> 2 protonen

Massagetal Helium: 4
> 2 protonen + 2 neutronen



Slide 15 - Diapositive

Onthouden:
  • Het atoomnummer = aantal protonen
  • Het massagetal = aantal protonen + neutronen
  • Bij een compleet atoom is het aantal elektronen gelijk aan het aantal protonen
  • Protonen en neutronen zijn ongeveer even zwaar.
  • Elektronen hebben bijna geen massa

Slide 16 - Diapositive

Isotopen
Een isotoop is een 'variatie'  op een bepaald atoom. Ze hebben hetzelfde atoomnummer, maar een verschillende massagetal.

Het aantal protonen blijft gelijk, maar er zijn meer  of minder neutronen aanwezig aanwezig


Slide 17 - Diapositive

Atoomnummer, massagetal en isotopen

Slide 18 - Diapositive

Radioactiviteit
normale atoomkern bevat ongeveer evenveel protonen als neutronen en is stabiel 

Isotoop bevat meer neutronen dan protonen. is het verschil te groot dan dat de kern deeltjes uitzenden om stabiel te worden. dit is verval. een radioactief deelt blijft vervallen tot deze stabiel is. 

Bij verval wordt ioniserende straling uitgezonden. dit is radioactiviteit

Radioactieve stoffen kunnen 3 soorten  ioniserende straling uitzenden. 

Slide 19 - Diapositive

Bij alfa straling verdwijnen er protonen en neutronen uit de kern. Hierdoor veranderd het atoom. Dit gaat door tot dat de kern stabiel is. 

Het aantal kernen dat per seconden vervalt noem je activiteit.

De activiteit meet je in Becquerel (Bq). 

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
Eerst volgende les: 
maandag 10 juni
  • Maken 8.2 opdr: 1 t/m 16

Slide 21 - Diapositive