1.2. China: van kopiëren naar innoveren

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
aardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Communisme
  • Alle macht bij de CCP(eenpartijstelsel).
  • Alle bedrijven in handen van de staat.
  • Van bovenaf wordt productie bepaald.
  • Propaganda om publieke opinie te beïnvloeden.

Slide 4 - Diapositive

Tot 1980
  • Alle bedrijven in handen van de staat.
  • Geen vrijheid.
  • Westerse cultuur verboden.
  • Bevolking arm en afgesloten van de wereld.

Slide 5 - Diapositive

Na 1980
  • Nog steeds eenpartijstelsel.
  • Internationale bedrijven welkom in speciale zones.
  • Meer surveillance op mensen.
  • Westerse social media verboden.
  • Chinese (tech) bedrijven top van de wereld.

Slide 6 - Diapositive

Les 2

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Opendeurpolitiek
  • Deng Xiaoping
  • Speciale economische zones (SEZ).
  1. Buitenlandse bedrijven mogen er vestigen.
  2. Weinig belasting.
  3. Weinig milieuregels.
  4. Lage lonen.


Slide 9 - Diapositive

Shenzhen
  • Eerste SEZ.
  1. Van klein vissersdorp naar megastad.
  2. Eenvoudige arbeidsintensieve producten.
  3. Vestiging grote multinationale ondernemingen(mno's).
  • Mno= bedrijf met vestigingen over de hele wereld. Veel invloed.


Slide 10 - Diapositive

Waarom daar?
  • Vlakbij Hongkong
  1. Grote internationale haven.
  2. Britse kolonie.
  3. Hoogontwikkeld.

Slide 11 - Diapositive

Fabriek van de wereld
  • Industrie groeit ook in andere steden Parelrivierdelta. 
  • Miljoenen arbeidsmigranten.
  • Slechte werkomstandigheden:
  1. Lange werktijden.
  2. Hoge werkdruk.
  3. Lage lonen.
  4. Ongezonde werkomgeving.

Slide 12 - Diapositive

Les 3

Slide 13 - Diapositive

Ontwikkeling
Periferie (Minst ontwikkelde gebieden)
  • Grote primaire sector.
  • Bijna geen secundaire sector.
  • "Arme" landen.
Semi-periferie (Minder ontwikkelde gebieden)
  • Grote en belangrijke secundaire sector.
  • Toename tertiaire en quartaire sector.
Centrum (Meest ontwikkelde gebieden)
  • Vooral tertiaire en quartaire sector.
  • "Rijke" landen.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
  1. Bedenk in een tweetal per ontwikkelingsgebied 3 voorbeelden. 
  2. Wat valt je op aan de ligging van deze landen?
  3. Welke verklaring kunnen jullie daarvoor bedenken? 
timer
1:00

Slide 15 - Diapositive

Newly Industrializing countries (NIC)
Opkomende landen:
  • Landen waar de industrie snel is opgekomen en belangrijk is voor de economie.
Kenmerken:
  1. Exportgericht.
  2. Grote buitenlandse investeringen. Uitschuiven arbeid vanwege lage lonen.
  • Eerst arbeidsintensief, daarna kennisintensief. Schuiven nu zelf uit!

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Bekijk de afbeelding. Er zijn 8 landen te zien op de afbeelding. Probeer met een argument uit de afbeelding te beargumenteren of deze landen horen tot het centrum, de semi-periferie of de periferie.

  • Noteer eerst individueel je antwoord.
  • Vergelijk je antwoord met je buur.
  • Klassikaal nabespreken.

Slide 17 - Diapositive

Internationale arbeidsverdeling
  • = De verdeling van het werk over verschillende landen.
  • Fase 1: Ontwerpen (Onderzoek en ontwikkeling).Hoofdkantoren.
  • Fase 2: Productie in fabrieken. 
  • Fase 3: Vervoer en verkoop.


Slide 18 - Diapositive

Opdracht
Internationale arbeidsverdeling
  • Fase 1: Ontwerpen (Onderzoek en ontwikkeling).Hoofdkantoren.
  • Fase 2: Productie in fabrieken. 
  • Fase 3: Vervoer en verkoop.

Maak een indeling voor de 3 fases. Komen zij het meest voor in het centrum, de periferie of de semi-periferie? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Diapositive

Les 4

Slide 20 - Diapositive

Stedelijke groei
  • Agglomeratie:
  1. Stad die vastgroeit aan dorpen en voorsteden.
  2. Centrale stad heeft meeste mensen, werk en voorzieningen.
  • Stadsgewest:
  1. Centrale stad en bijbehorende steden en dorpen.



Slide 21 - Diapositive

Stedelijke groei
  • Stedelijk gebied:
  1. Stadsgewesten die aan elkaar vastgroeien.
  2. Bijvoorbeeld Randstad.
  • Megalopolis:
  1. Verschillende stedelijke gebieden aan elkaar gegroeid.



Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
  • Maak nu zelf een tekening van de verschillende fases van stedelijke groei.
  • Individueel.
  • Stilte.
  • Gebruik het basisboek als je een voorbeeld wil.
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

  • Megalopolis Guangzhou. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive