Transport van Cellen

Transport in Cellen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Transport in Cellen

Slide 1 - Diapositive

Transport in Cellen
Korte herhaling Transport van kleine moleculen.
- Diffusie
- Osmose 
- Actief transport

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Noem twee kenmerken van actief transport?
A
Kost energie & gaat tegen het concentratieveval in
B
Kost geen energie en gaat met het concentratieverval mee
C
Kost energie en gaat met het concentratieverval mee
D
Kost geen energie en gaat tegen het concentratieverval in

Slide 6 - Quiz

Actief transport is afhankelijk van de temperatuur. Leg uit waardoor dat komt.

Slide 7 - Question ouverte

Transport in Cellen
4.4 Transport van grote moleculen.

Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat...
1. Exocytose inhoud
2. Endocytose inhoud
3. Pinocytose is.

Slide 9 - Diapositive

Exocytose 
  • Proces waarbij een cel stoffen afscheidt naar het extracellulaire milieu.
  1. Moleculen worden door de Golgi apparaat opgeslagen in blaasjes. 
  2. Blaasje hecht aan celmembraan
  3. Moleculen verlaten de cel via celmembraan naar extracellulaire ruimte.

Slide 10 - Diapositive

Endocytose 
  • Proces waarbij de cel stoffen opneemt die door het celmembraan werden ingesloten.
  1. receptoren houden cellen vast buiten de celmembraan.

Slide 11 - Diapositive

2. Celmembraan stulpt rond de moleculen naar binnen en vormt blaasje

3. Blaasje snoert zich van het celmembraan af en bevindt zich in de cel.

Slide 12 - Diapositive

Wat is het verschil tussen exo-en endocytose?

Slide 13 - Question ouverte

Fagocytose

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Als het om vloeistof druppels gaat heet het..

Slide 16 - Diapositive

Waardoor kunnen stoffen die door fagocytose of pinocytose zijn opgenomen niet direct deelnemen aan processen in het cytoplasma?
A
Concentratie is te hoog
B
Ze zijn te klein
C
Diffusie afstand is te groot
D
Ze zijn nog te groot

Slide 17 - Quiz

Wat vindt je van deze werkvorm?
A
Leuk
B
Saai/ niks aan
C
Neutraal
D
vorige week was beter

Slide 18 - Quiz