Werkwoordspelling leerjaar 1

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

werkwoord vervoeging
  • Tegenwoordige tijd
  • Verledentijd
  • Voltooid deelwoord
  • Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 2 - Diapositive

Oefenvragen
  • We gaan wat vragen maken
  • naar aanleiding van deze vragen kun je zelfstandig verder dan wel nog even meedoen met de uitleg

Slide 3 - Diapositive

Wat is de stam van lopen?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de stam van klimmen?

Slide 5 - Question ouverte

WAT IS DE IK-VORM VAN WORDEN?

Slide 6 - Question ouverte

Vervoeg werkwoord in de zin.
De grote hond.........(bijten) graag in de pantoffels van zijn baasje.

Slide 7 - Question ouverte

De klantenservice...........(beantwoorden) je mail zo snel mogelijk.

Slide 8 - Question ouverte

........(bezorgen) dat bedrijf altijd de volgende dag al?

Slide 9 - Question ouverte

Hoe .........(bereiden) je een varkenshaas?

Slide 10 - Question ouverte

De kat van de buren.......(roven) de eieren uit het vogelnestje.

Slide 11 - Question ouverte

Verledentijd
We krijgen nu vijf zinnen in de verleden tijd

Slide 12 - Diapositive

Julian ........(branden) zijn vingers aan de strijkbout.

Slide 13 - Question ouverte

Bij het afscheid op de luchthaven....... (omhelzen) Finn zijn beste vriend.

Slide 14 - Question ouverte

De crimineel.........(begraven) het geld in een afgelegen bosgebied.

Slide 15 - Question ouverte

Vroeger......(ontbijten) we elke zondag in het café.

Slide 16 - Question ouverte

Saar......(hoesten) al twee weken, toen ze naar de huisarts ging.

Slide 17 - Question ouverte

Voltooid deelwoord
Bij het voltooid deelwoord maken we gebruik van een hulpwerkwoord.
Vaak hebben, zijn en worden als persoonsvorm.
Maak de volgende zinnen

Slide 18 - Diapositive

Het heeft mij niet.......(verbazen) dat jij geslaagd bent.

Slide 19 - Question ouverte

Het flesje cola is........(ontploffen)

Slide 20 - Question ouverte

De kinderen hadden.......(knoeien) met de limonade

Slide 21 - Question ouverte

Gisteren hebben we.....(luchen)

Slide 22 - Question ouverte

Ik snap de werkwoord spelling en ga zelf aan de slag in stilte.
Ja
Nee

Slide 23 - Sondage

Ik wil graag nog extra uitleg en doe mee in de klas.
Ja
Nee

Slide 24 - Sondage

Wat wil je nog uitgelegd hebben?

Slide 25 - Carte mentale

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo