Waarom eten we gebak en taart?

gebak en taart eten
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

gebak en taart eten

Slide 1 - Diapositive

Doelen
  • Aan het eind van de les weet je waarom mensen taart eten met een verjaardag of andere gelegenheid.
  • Aan het eind van de les kan je een recept voor gebak lezen en  begrijpen.
  • We maken kruidnoten-muffins


Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Kruidnotenmuffins maken  
2. Vragen beantwoorden
3. Filmpje kijken
4. Vragen bij het filmpje beantwoorden


Slide 3 - Diapositive

Wat is je favoriete taart?

Slide 4 - Question ouverte

Wanneer eten jullie taart?

Slide 5 - Question ouverte

Waarom eten we taart?
Filmpje

Maak aantekeningen, want je krijgt straks vragen over het filmpje.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wanneer eten mensen in Nederland taart?
A
als ze trouwen als ze iets vieren
B
als ze trouwen als ze doodgaan
C
als ze trouwen
D
als ze doodgaan

Slide 8 - Quiz

De Egyptenaren vierden de verjaardag van ....
A
de Goden
B
de rijke mensen
C
de Goden en de rijke mensen
D
ze vierden geen verjaardagen

Slide 9 - Quiz

Wanneer gingen de gewone mensen in Nederland verjaardagen vieren?
A
vanaf 1600
B
vanaf 1700
C
vanaf 1800
D
vanaf 1900

Slide 10 - Quiz

Aan wie werd er gedacht met het uitblazen van de kaarsjes?
A
God
B
De Egyptische farao
C
De Griekse Godin Artemis
D
De leraar Nederlands

Slide 11 - Quiz

Door .... werd het makkelijker om zelf een taart te maken.
A
de oven
B
het fornuis
C
geld
D
de koelkast

Slide 12 - Quiz

de garde
de taartpunt
de lepel
de taartvorm
de slagroom

Slide 13 - Question de remorquage

Moeilijke woorden
koken - kook                               mengen - meng                    
bakken - bak                               invetten - vet in
bekleden - bekleed                 vullen - vul
schillen - schil                           zetten - zet
snijden - snij(d)                             halen - haal


Slide 14 - Diapositive

Dingen door elkaar roeren =
A
schillen
B
mengen

Slide 15 - Quiz

In water warm/gaar maken =
A
koken
B
bakken

Slide 16 - Quiz

Water in een kan doen =
A
vullen
B
bekleden

Slide 17 - Quiz

Met boter insmeren =
A
bekleden
B
invetten

Slide 18 - Quiz

opdracht
1. Ga op zoek naar een (online) recept voor een lekkere taart.
2. Schrijf onder elkaar:
a. de ingrediënten
b. de benodigdheden
3. Zoek de betekenis op van wat je nog niet weet en schrijf die erachter.
4. Markeer bij de bereidingswijze alle werkwoorden die zeggen wat je moet doen.




Slide 19 - Diapositive

Wat heb je deze les geleerd? Welke nieuwe woorden?

Slide 20 - Question ouverte

Waar zou je nog meer uitleg over willen?

Slide 21 - Question ouverte

Terugblik
  • Hoe is het gegaan? 
  • Wat ging goed? 
  • Wat lukte minder? 
  • Wat zou je de volgende keer anders doen?  

Slide 22 - Diapositive