Spelling nakijken hoofdletters en leestekens

1 / 25
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 2 - Carte mentale

Goed of fout?
In Januari is het winter.
A
goed
B
fout

Slide 3 - Quiz

Goed of fout?
Jan Van der Veen
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Goed of fout?
Noord-Holland
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Goed of fout?
Meneer hazelaar
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Juist of onjuist:
Mercedes
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Juist of onjuist:
nederlandse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Vidéo

Nakijken H3
Opdracht 1 t/m 4.






(Op het bord zetten)

Slide 12 - Diapositive

Leestekens

Slide 13 - Diapositive

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Schiet toch eens op
A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 14 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin?

Ik ben blij dat het bijna vakantie is

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 15 - Quiz

Welk leesteken hoort er achter de zin?
Vind jij leestekens moeilijk

A
een punt
B
een uitroepteken
C
een vraagteken
D
niets

Slide 16 - Quiz

maarten riep wat kun je hard rennen kees
verbeter

Slide 17 - Question ouverte

Hij heeft verschillende hobby's voetbal tennis volleybal en lezen
Verbeter!

Slide 18 - Question ouverte

je kunt een heleboel leren maar dan moet je wel oefenen.
Verbeter!

Slide 19 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 20 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 21 - Question ouverte

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 22 - Question ouverte

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Juist of onjuist:
Lotte zei: 'Wat een leuke jongen.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Nakijken H4
Opdracht 1 t/m 4.






(Op het bord zetten)

Slide 25 - Diapositive