Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Herhaling Koolstof
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat is de voornaamste reden dat mensen 'vliegschaamte' hebben? (kies het beste antwoord)
A
vliegtuigen stoten schadelijke stoffen uit
B
vliegtuigen stoten extreem veel CO2 uit
C
vliegtuigen zijn duur
D
vliegtuigen verstoren het milieu
Slide 3 - Quiz
Herhaling H7
organisch anorganisch
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Een plant moet eiwitten maken om nieuwe cellen te maken. Welk element haalt de plant daarvoor uit de mineralen in de grond?
A
N
B
C
C
H
D
O
Slide 7 - Quiz
Voor glucose heeft een plant alleen CO2 en H2O nodig (fotosynthese). Moet de plant nog een extra element opnemen om vetten te maken?
A
Ja, N
B
Ja, P
C
Ja, O2
D
Nee
Slide 8 - Quiz
Koolhydraten
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 9 - Quiz
Enzymen
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 10 - Quiz
Metaal
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 11 - Quiz
Zuurstof
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 12 - Quiz
Glucose
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 13 - Quiz
Water
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 14 - Quiz
Plastic
A
Organisch
B
Anorganisch
Slide 15 - Quiz
Plastic
... wordt gemaakt van aardolie.
...wat afkomstig is van dode dieren en planten die samengedrukt zijn in de grond
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Stikstof (N) zit overal in. Maar in welke vorm zit de stikstof in organismen, de grond of de lucht?
Organismen
Grond
Lucht
NO3-
N2
NH3
NH4+
Aminozuren/eiwitten
DNA
Chlorofyl
Slide 19 - Question de remorquage
Wat was chlorofyl ook alweer?
A
Een stof die chloor bevat
B
Bladgroen
C
Chloroplast
D
Nucleotide
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Reducenten doen uiteindelijk altijd dit: ze zetten …. om in ….
A
organische stoffen om in andere organische stoffen
B
organische stoffen om in anorganische stoffen
C
anorganische stoffen om in andere anorganische stoffen
D
anorganische stoffen om in organische stoffen
Slide 25 - Quiz
Het volgende filmpje...
leg in duidelijke taal uit wat er gebeurt met de stikstof in de verschillende vormen.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Slide 28 - Diapositive
Stikstof (N2) Is een stof die niet reageert met andere stoffen. Een plant of dier heeft er dan ook niets aan. N2 blijft N2.
Alleen met geweld (bliksem, hitte in een motor) bindt N2 aan zuurstof.
Of door sommige bacteriën bindt N2 aan waterstof.
Ammoniak (NH3) en ammonium (NH4+) zijn eigenlijk twee toestanden van dezelfde stof.
Als ammoniak oplost, pikt het een H+ van water zodat NH4+ ontstaat. Als ammonium de lucht in gaat, wordt het weer NH3.
Nitriet bestaat maar heel kort in de natuur, omdat de reactie tot nitraat heel snel gaat. Dat is goed, want nitriet is giftig.
Deze NH3 zit binnenin een plant. Het wordt meteen gebruikt door de plant om er N-bevattende organische stoffen van te maken. Deze NH3 komt dus niet in de grond terecht. De andere NH3 wel.
Stikstofassimilatie is gewoon assmilatie met stikstof. Assimilatie = opbouw van grotere moleculen uit kleinere moleculen. Dus bv. opbouw van aminozuren uit nitraat (en glucose)
Besteed even een paar minuutjes aan het doornemen van de stikstofkringloop in je eigen BINAS.
De meeste onduidelijkheden vind je hiernaast toegelicht.
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
anaeroob proces, verloopt allean als er geen zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
aeroob proces, verloopt allean als er wel zuurstof is
Slide 29 - Diapositive
Nitrificatie en denitrificatie zijn elkaars tegenovergestelde. Wat betekent nitrificatie?
A
Vorming van nitraat (NO3-)
B
Vorming van ammoniak (NH3)
C
Vorming van stikstof (N2)
D
Vorming van denitrificerende bacteriën
Slide 30 - Quiz
Wanneer een boer meer NO3 in zijn grond wil krijgen, moet hij deze dan zuurstofrijk of zuurstofarm maken?
A
Zuurstofrijk, want dan verloopt de nitrificatie beter
B
Zuurstofrijk, want dan verloopt de denitrificatie beter
C
Zuurstofarm, want dan verloopt de nitrificatie beter
D
Zuurstofarm, want dan verloopt de denitrificatie beter
Slide 31 - Quiz
Helaas komt het land van de boer onder water te staan, waardoor de hoeveelheid O2 in de bodem afneemt.
A
Hierdoor ontstaat meer NO3-
B
Hierdoor vindt meer rotting plaats (door bacteriën)
C
Hierdoor ontstaat meer N2
D
Hierdoor ontstaat meer NH4+
Slide 32 - Quiz
(NH3)
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Knolletjesbacteriën kunnen N2 uit de lucht omzetten in NH3. Dit kost energie, en het proces verloopt anaeroob. Waardoor doen deze bacteriën dit alleen in symbiose een plant?
A
Omdat buiten de plant vaak zuurstof aanwezig is
B
Omdat de plant de benodigde glucose levert
C
Omdat de bacterie niets heeft aan NH3
D
Alledrie
Slide 35 - Quiz
Slide 36 - Diapositive
Voor als je nu denkt: Huh?
Kijk dan deze laatste video. Die legt heel saai maar wel heel duidelijk alles nog een keer uit.