Kunstgeschiedenis - Happening, performance en bodyart

Happening, performance en bodyart
  •  Vanaf 1960
     
  • Conceptuele kunst zorgde ervoor dat een kunstwerk iedere vorm kan hebben. 
  •  Het publiek en/of de kunstenaar zelf kan dus ook het kunstwerk zijn. 

  • John Cage is in 1952 4.33 minuten stil, zodat alleen het geluid dat het publiek maakt te horen is. Toeval speelt dus een belangrijke rol. 
John Cage "4.33", 1952 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Happening, performance en bodyart
  •  Vanaf 1960
     
  • Conceptuele kunst zorgde ervoor dat een kunstwerk iedere vorm kan hebben. 
  •  Het publiek en/of de kunstenaar zelf kan dus ook het kunstwerk zijn. 

  • John Cage is in 1952 4.33 minuten stil, zodat alleen het geluid dat het publiek maakt te horen is. Toeval speelt dus een belangrijke rol. 
John Cage "4.33", 1952 

Slide 1 - Diapositive

Het werk "4.33" van John Cage noemt men
A
happening
B
performance
C
bodyart

Slide 2 - Quiz

Happening
  • Oorsprong: Dada-avonden met een combinatie van verschillende kunstdisciplines. 
  • Happening = een kunstwerk waar je bij moet zijn, het bestaat alleen op het moment dat het wordt uitgevoerd.
  • Publiek mag meedoen en kan onderdeel zijn van het kunstwerk.
  • Verkent de grenzen van beeldende kunst, experiment. 

Alan Kaprow "18 happenings in 6 parts", 1959

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

  • Vaak in de openbare ruimte: aandacht trekken en orde verstoren. 
  • Kan meerdere keren worden uitgevoerd, maar de uitkomst is steeds anders: uniek. 
  • Zo spontaan mogelijk lijkend, maar vooraf bedacht en voorbereid. 
  • Toeval speelt een grote rol.
  • Geen script, interactief: kunstenaars en publiek bepalen samen het verloop. 
Alan Kaprow "Fluids", vanaf 1967

Slide 5 - Diapositive

Weens Aktionisme
  • Sinds 1961 organiseert Hermann Nitsch gruwelijke, bloederige “Aktionen” (happenings).
  • Mythologie, symbolisme en katholieke mystiek spelen een belangrijke rol. 
  • Dagenlange "offerrituelen" die leiden tot de wedergeboorte van de deelnemers.


    Slide 6 - Diapositive

    Performance
    • Verschil met happening: fysiek optreden van de kunstenaar. Het publiek speelt nauwelijks of geen rol.
    • Net als happening immateriële kunst, tijdelijk.
    • Vaak wordt een performance met fotografie/film vastgelegd.
    • Kan bestaan uit verschillende kunstdisciplines.
    Wim T. Schippers "Manifestatie aan het strand in Petten", 1963

    Slide 7 - Diapositive

    Slide 8 - Vidéo

    Marina Abramovic en Ulay zijn een liefdes- en kunstenaarskoppel dat vele performances uitvoert. Regelmatig stellen ze hun lichaam levensgevaarlijk op de proef. De ultieme vorm van liefde en vertrouwen. 

    Slide 9 - Diapositive

    Slide 10 - Vidéo

    Bodyart
    • Ontstaan in jaren ’70
    • Lichaam dient als ‘materiaal’ dat bewerkt wordt => het lichaam verandert tijdelijk of blijvend om een concept over te brengen. 
    • Tatoeages en piercings vallen hier niet onder (puur bedoeld als decoratie).

    Dennis Oppenheim "Leespositie voor tweedegraads verbranding", 1970

    Slide 11 - Diapositive

    Orlan
    • Gebruikt plastische chirurgie om haar lichaam aan te passen aan de schoonheidsidealen uit de kunstgeschiedenis. Niet bedoeld om mooier te worden, maar juist als commentaar.
    • Legt de operaties die ze als performances ziet vast op video.
    • Maakt veel discussie los: hoe ver mag een kunstenaar gaan? Wat is nog ethisch verantwoord?
    Orlan

    Slide 12 - Diapositive

    Het werk van Orlan is een voorbeeld van
    A
    Conceptuele kunst
    B
    Geëngageerde kunst
    C
    Bodyart
    D
    Alle antwoorden zijn juist

    Slide 13 - Quiz