Warmteverlies tegengaan

Warmteverlies tegengaan

Klas 2

Hoofdstuk 5.4

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je:

• uitleggen hoe warmteverlies door stroming, straling en geleiding kan   worden tegengegaan. 
• het belang van isolatie voor het verminderen van energieverlies   beschrijven.  
• het effect van isolatie op de warmteproductie van een huis     uitleggen. 
• beschrijven hoe kleding kan bijdragen aan het reguleren van de lichaamstemperatuur in verschillende klimaten.

welke drie vormen van warmte transport zijn er?

Stroming tegengaan bij warmteverlies

Stroming wordt voorkomen door stilstaande lucht in materialen zoals glaswol en dubbelglas.

Straling tegengaan bij warmteverlies

Straling wordt tegengegaan door reflecterende materialen zoals folie.

Geleiding tegengaan bij warmteverlies

Geleiding wordt verminderd met slecht geleidende materialen zoals glaswol.

Warmteverlies in gebouwen vaststellen met een warmtecamera

Warmteverlies in gebouwen kan worden gedetecteerd met een warmtecamera, die aangeeft waar isolatie verbeterd kan worden.

Warmteproductie versus warmteverlies in het menselijk lichaam

Het menselijk lichaam handhaaft een constante temperatuur door een balans tussen warmteproductie en warmteverlies.

Isolatiekleding in verschillende klimaten

In koude klimaten helpen dikke jassen om warmteverlies te beperken, terwijl in de woestijn ruim zittende wollen kleding bescherming biedt tegen de warmte van de zon en transpiratie mogelijk maakt.

Definitielijst

Isolatie: Materiaal of methode die warmtetransport tussen twee plaatsen met een temperatuurverschil tegengaat. Stroming: Warmtetransport door de beweging van vloeistof of gas. Straling: Warmteoverdracht in de vorm van infrarode straling die door materialen kan worden weerkaatst. Geleiding: Warmteoverdracht door direct contact tussen materialen. Warmtecamera: Apparaat dat temperatuurverschillen visualiseert en warmteverlies kan detecteren. Evenwichtssituatie: Een situatie waarin de warmteproductie van het lichaam gelijk is aan het warmteverlies, waardoor de lichaamstemperatuur constant blijft.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.