Groep thuis - herhaling H2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Lees de theorie op de slides, 

bekijk de afbeeldingen en 

filmpjes en beantwoord
de vragen.

Herhaling H2

les zelfstudie vanuit thuis

Les op school: dan heb je vandaag het SO over H4.

Les thuis: dan ga je deze les aan de slag met een zelfstandige les in LessonUp. In deze les wordt stof van H2 herhaald. Je leest de slides, bekijkt de filmpjes en beantwoord de vragen. 

Je opent de les via:

https://LessonUp.app/invite/h/wgh7g7FiSovBtKv7y

Kom je niet in de les, dan moet je je waarschijnlijk nog even koppelen aan de juiste klas. Dit kan je doen via: https://LessonUp.app/invite/group/mtvmx 

Deel 1 - rekenen

met snelheid en versnelling

De formules

Noteer de formules hiernaast in je schrift. Vergeten waar je (één van) deze formules voor kan gebruiken? Kijk dan even terug in hoofdstuk 2. 

Eenparige versnelde beweging:

s=v​gem​​⋅t

a=​Δt​​Δv​​

v​gem​​=​2​​v​begin​​+v​eind​​​​

Een eenparige beweging is een beweging met een constante snelheid.

Een eenparig versnelde beweging is een beweging met een constante versnelling.

De maximale snelheid van de parachutist is:

1. 9.81 m/s^2
2. 14 km/h
3. 180 km/h
4. 200 km/h

1 m/s = 3,6 km/h

dus 50 m/s = 180 km/h

In welke situatie(s) kan je s = v x t gebruiken om antwoord te geven op de vraag?

1. Een auto versnelt gedurende 10 seconden van 20 naar 30 m/s. De versnelling was eenparig. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft de auto dan afgelegd?
2. Een parachutespringer springt uit het vliegtuig en trekt na een tijdje zijn parachute open. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft hij afgelegd voordat zijn snelheid constant werd?
3. Een automobilist die met een snelheid van 80 km/h rijdt, trapt op zijn rem totdat hij stil staat. Het remmen duurt 4 seconden. Zie v,t-diagram. Wat is de remweg van de bestuurder?
4. Een leerling loopt eerst 3 minuten met een constante snelheid van 4,8 km/h. Zie v,t-diagram. Hoeveel meter heeft hij gelopen?

s = v * t

De v in deze formule is de gemiddelde snelheid. Alleen in situatie D is de gemiddelde snelheid bekend en kan je deze formule gebruiken.

Karin legt met de auto een weg met een afstand van 50km af. De eerste 25km legt zij af met een gemiddelde snelheid van 50km/h. Gedurende de tweede 25km is de gemiddelde snelheid 100km/h.
Wat is de gemiddelde snelheid over het hele traject van 50km?

1. 67 km/h
2. 72 km/h
3. 75 km/h
4. 83 km/h

De vraag

Karin legt met de auto een weg met een afstand van 50 km af. De eerste 25 km legt zij af met een gemiddelde snelheid van 50 km/h. Gedurende de tweede 25 km is de gemiddelde snelheid 100 km/h.

Wat is de gemiddelde snelheid over het hele traject van 50km?

De oplossing

s = v * t --> t = s/v

t_deel1 = 25 /50 = 0,5 h

t_deel2 = 25 / 100 = 0,25 h

t_totaal = 0,75 h 

v_gem = s / t = 50 / 0,75 = 67 km/h

Een parachutespringer valt met een snelheid van 200 km/h. Dan trekt de springer zijn parachute open. Na 0,70 s is zijn snelheid eenparig afgenomen tot 40 km/h. Bereken hoeveel meter de parachutist in de tussentijd heeft afgelegd.

De vorige opdracht...

1. was makkelijk!
2. ging oké.
3. snap ik na het zien van de uitwerking.
4. was niet te doen!

Deel 2 - grafieken

Wat voor soort beweging
zie je In de grafiek?

1. Een eenparige beweging
2. Een versnelde beweging
3. Een vertraagde beweging

Hoe groot is de gemiddelde snelheid?

1. 10 m/s
2. 12 m/s
3. 14 m/s
4. 20 m/s

Je ziet dat de 2e grafiek (groen) ongeveer hetzelfde oppervlakte heeft als de rode grafiek. De gemiddelde snelheid is dus 14 m/s.

De parachitust legt een afstand af van ...

1. 50 m
2. 55 m
3. 1100 m
4. 2750 m

De helling van de raaklijn in een v,t-diagram is gelijk aan:

1. t
2. s
3. v
4. a

De helling van de raaklijn in een
s,t-diagram is gelijk aan:

1. t
2. s
3. v
4. a

De helling

   In een v,t-diagram geldt:                          In een s,t-diagram geldt:

r.c.=​Δx​​Δy​​

r.c.=​Δt​​Δv​​=a

r.c.=​Δt​​Δs​​=v

Hiernaast staat een
s,t-diagram.
Wat is de bijbehorende
v,t-diagram?

1. 
2. 
3. 
4. 

Hoe ging deze zelfstandige les?

Hoe ziet het verloop van de snelheid tegen de tijd eruit voor de versnelling naar 100 km/h?

1. A
2. B
3. C
4. D

Hoe ziet het verloop van de afstand tegen de tijd eruit voor de versnelling naar 100 km/h?

1. A
2. B
3. C
4. D